Bestand:Simon Stevin - Valproef met Jan Cornets de Groot - Experiment with falling bodies - Wisconstighe gedachtenissen 4 p. 171, 1605.jpg
Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uiterlijk
Grootte van deze voorvertoning: 375 × 599 pixels. Andere resoluties: 150 × 240 pixels | 300 × 480 pixels | 704 × 1.124 pixels.
Oorspronkelijk bestand (704 × 1.124 pixels, bestandsgrootte: 353 kB, MIME-type: image/jpeg)
Dit is een bestand van Wikimedia Commons.
Onderstaande beschrijving komt van de beschrijving van het bestand daar.
Onderstaande beschrijving komt van de beschrijving van het bestand daar.
Beschrijving
BeschrijvingSimon Stevin - Valproef met Jan Cornets de Groot - Experiment with falling bodies - Wisconstighe gedachtenissen 4 p. 171, 1605.jpg |
Nederlands: Simon Stevin: Vrije valproef met Jan Cornets de Groot uit Vierde stuck der Wisconstighe gedachtenissen vande Weeghconst - Anhang der weeghconst, inde welcke onder anderen vveerleyt vvorden etlicke dvvalinghen der wichtighe ghedaenten (Leiden, 1605), p 171.
Tekst van dbnl.org: belet tot belet. T'welck sijn meyning soo te wesen hy in verscheyden boucken opentlicker verclaert als lib. 6. Phys. oock lib. 1. 2. 3. 4. de Caelo, tot veel plaetsen. Hier in heeft teghen Aristoteles gheschreven Ioannes Taisnier Hannonius, willende oock everedenheyt, doch soo, dat die twee voornoemde lichamen in even rijden door even langden des lochts vallen; In welcke meyning Cardanus oock is lib. 5. de Proportionib. prop. 110. Maer d'een noch d'ander en heeft de saeck ghetroffen, t'welck wy eerst met daetlicke ervaring verclaren sullen, ende daer naer d'oirsaeck bethoonen. D'ervaring teghen Aristoteles is dese: Laet nemen (soo den hoochgeleerden H. Ian Cornets de Groot vlijtichste ondersoucker der Naturens verborghentheden, ende ick ghedaen hebben) twee loyen clooten d'een thienmael grooter en swaerder als d'ander, die laet t'samen vallen van 30 voeten hooch, op een bart oft yet daer sy merckelick geluyt tegen gheven, ende sal blijcken, dat de lichtste gheen thienmael langher op wech en blijft dan de swaerste, maer datse t'samen soo ghelijck opt bart vallen, dat haer beyde gheluyden een selve clop schijnt te wesen. S'ghelijcx bevint hem daetlick oock alsoo, met twee evegroote lichamen in thienvoudighe reden der swaerheyt, daerom Aristoteles voornoemde everedenheyt is onrecht. D'ervaring tegen Taisnier is dusdanich: Neemt een cleen ynckel cort haerken boomwols, ende een pacxken des selfden stijf in een ghebonden, weghende een pont, ende van ghelijcke form mettet haerken; dese laet t'samen neervallen van vijf ofte ses voeten hooch, ende d'ervaring sal betoogen dattet haerken (niet tegenstaende sijn stof veel dichter in een gesloten is, dan des pacx, waer in veel ledige plaets ofte locht is) wel vijfentwintichmael langer op wech blijft dan t'pacxken; daerom sy en vallen na sijn meyning op gheen even tijden door even langden des lochts. Ander ervaring blijckt oock teghen Taisnier int rijsendwicht, als in een lanck claer glas vol waters, t'welck gheroert, alsoo datter veel lochtclooten ofte lochtbellen in commen, ende daer na stil ghehouden, de grootste bellen sullen snellick in een oogblick opcommen, de cleender niet soo ras, maer de minste als sandekens, soo traechlick als een slecke cruypt; t'welck verre is van even tijden. Dit is van d'ervaring gheseyt. Daer rest nu noch d'oirsaeck te verclaren, waerom hier geen everedenheyt en is, aldus: Yder roerende lichaem heeft eenich belet sijns roersels, dat van een vallende lichaem door de locht, is t'ghenaecksel sijns* vlacx teghen de locht, daerom ontfangt t'meeste der ghelijcke lichamen wel t'meeste beletsel, maer overmidts der lichamen grootheden met haer vlacken selfs niet everednich en sijn (want twee teerlinghen in achtvoudighe reden, hebben haer vlacken alleen in viervoudighe) soo en connen sy met die beletselen niet everednich wesen, ende daerom ist dat de minste lichamen meer belet ontfanghen, int aensien der everedenheyt, dan de meeste, waer door sy oock traechlicker neervallen. Ende of de vlacken schoon inde reden haerder grootheden waren, soo is t'middel daer de lichamen door vallen, alleen oock een oirsaeck die sulcke everedenheyt weert, t'welck opentlick blijckt in twee lichamen, t'een int water sinckende, t'ander daer op drijvende, wiens beletselen der vlacken eenighe reden hebben, maer de tijden gheen, daerom en sijnse niet everednich. Ymant sal hier toe meughen segghen t'ghemeen woort* D'ander parich, dat is, hem sulcx alleen te verstaen van lichamen die beyde door t'water sincken. Ick segh dat de voornoemde everedenheyt in sulcke oock niet en bestaet: Om t'welc te bewijsen so laet twee lichamen sijn, A t'swaerste, B t'lichtste, die beyde int water sincken, ende tusschen hun besta de voornoemde everedenheyt. Dit soo wesende, tis kennelick datmen neven A, ander oneyndelicke menichte van lichamen English: Simon Stevin: Experiment with freely falling bodies with Jan Cornets de Groot, from Vierde stuck der Wisconstighe gedachtenissen vande Weeghconst - Anhang der weeghconst, inde welcke onder anderen vveerleyt vvorden etlicke dvvalinghen der wichtighe ghedaenten (Leiden, 1605), p 171. |
||||||||||||||||||||
Datum | |||||||||||||||||||||
Bron | Simon Stevin: Vierde stuck der Wisconstighe gedachtenissen vande Weeghconst - Anhang der weeghconst, inde welcke onder anderen vveerleyt vvorden etlicke dvvalinghen der wichtighe ghedaenten (1605) www.dbnl.org. Page 171. | ||||||||||||||||||||
Auteur |
creator QS:P170,Q23696 |
Licentie
Public domainPublic domainfalsefalse |
Dit werk bevindt zich in het publiek domein in landen en gebieden waar de auteursrechttermijn het leven van de auteur plus 100 jaar of minder is. Dit werk bevindt zich in het publiek domein in de Verenigde Staten omdat het gepubliceerd werd (of geregistreerd bij de U.S. Copyright Office) voor 1 januari 1929. | |
Van dit bestand is vastgesteld dat er geen bekende auteursrechtaanspraken op rusten, alle aanverwante en naburige rechten daarbij inbegrepen. |
https://creativecommons.org/publicdomain/mark/1.0/PDMCreative Commons Public Domain Mark 1.0falsefalse
Items getoond in dit bestand
beeldt af
image/jpeg
Bestandsgeschiedenis
Klik op een datum/tijd om het bestand te zien zoals het destijds was.
Datum/tijd | Miniatuur | Afmetingen | Gebruiker | Opmerking | |
---|---|---|---|---|---|
huidige versie | 21 mrt 2021 11:05 | 704 × 1.124 (353 kB) | Hansmuller | Uploaded a work by {{Creator:Simon Stevin}} from [https://www.dbnl.org/tekst/origineel.php?origineel=stev001wisc04_01_scan0164 Simon Stevin: ''Vierde stuck der Wisconstighe gedachtenissen vande Weeghconst - Anhang der weeghconst, inde welcke onder anderen vveerleyt vvorden etlicke dvvalinghen der wichtighe ghedaenten'' (1605) www.dbnl.org]. Page 171. with UploadWizard |
Bestandsgebruik
Dit bestand wordt op de volgende pagina gebruikt: