Boontje komt om zijn loontje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 21 sep 2018 om 17:15. (-/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Voor het gelijknamige hoorspel, zie Boontje komt om zijn loontje (hoorspel).

Boontje komt om zijn loontje is een van oorsprong Nederlands zeventiende-eeuws sprookje[1] en is nu vooral bekend als spreekwoord.

Sprookje

Het sprookje handelt over een Erwtje, boontje, een strootje en een kooltje. Deze gingen samen op pad en kwamen voor een brede sloot te staan. Ze wisten niet hoe deze sloot over te steken. Hierop kwam het strootje met een oplossing: hij ging over het water liggen waardoor het boontje naar de overkant kon lopen. Toen hierna het kooltje op deze wijze naar de overkant wilde lopen, vatte het strootje vlam en verbrandde. Hierdoor viel het kooltje in het water en doofde. Dit was voor het boontje aanleiding om in luid gelach uit te barsten. Hierdoor scheurde zijn buik open en kwam boontje om zijn loontje. Het sprookje eindigt positief omdat het boontje door een kleermaker werd dichtgenaaid met zwart garen.

Dit sprookje is afkomstig uit de Klucht van Oene (1662) van de Nederlandse dichter en toneelschrijver Jan Vos (dichter) (ca.1610-1667). De Gebroeders Grimm gebruikten later hetzelfde sprookje, uiteraard vertaald naar het Duits, onder de titel Strohhalm, Kohle und Bohne.[2]

Spreekwoord

Het spreekwoord Boontje komt om zijn loontje betekent dat iedereen uiteindelijk zijn verdiende straf krijgt.