Campegius Hermannus Gockinga (1804-1882)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Campegius Hermannus Gockinga
Gockinga in toga door Maurits Verveer, c. 1870.
Geboren 13 september 1804 (Groningen)
Overleden 2 juni 1882 ('s-Gravenhage)
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Alma mater Rijksuniversiteit Groningen
Partner H.M.W.S. de Ranitz
Religie Nederlands-hervormd
Functies
1878–1882 President van de Hoge Raad der Nederlanden
1877–1878 Vicepresident van de Hoge Raad der Nederlanden
1844–1877 Raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden
1838–1844 Rechter bij de Rechtbank Winschoten
Lijst van presidenten van de Hoge Raad der Nederlanden

Campegius Hermannus Gockinga (Groningen, 13 september 1804 - 's-Gravenhage, 2 juni 1882) was president van de Hoge Raad der Nederlanden.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Gockinga, lid van de patriciaatsfamilie Gockinga, was een zoon Tweede Kamerlid mr. Joseph Gockinga (1778-1851) en Catharina Modderman (1782-1864). Hij trouwde in 1838 met Henriëtte Maria Wilhelmina Sophie de Ranitz (1808-1874), lid van de patriciaatsfamilie De Ranitz en zus van de Groninger burgemeester Herman de Ranitz (1794-1846); uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Gockinga studeerde rechten te Groningen tussen 1819 en 1826. Hij promoveerde op 19 april 1826. Na zijn studie werd hij secretaris van het Burgerlijk Armbestuur, daarna procureur te Groningen. Vervolgens was hij griffier van het vredegerecht in beide kantons van Groningen (1829-1838), daarna rechter te Winschoten. Op 14 juni 1848 werd hij benoemd tot raadsheer bij de Hoge Raad ter vervanging van jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland (1775-1844). Op 7 november 1871 werd hij bij die raad benoemd tot vicepresident, op 6 april 1878 tot president; hij bleef president tot zijn overlijden in 1882.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dissertatio juridica inauguralis, de doctrinae juris criminalis incrementis, inde a saeculo duodevigesimo, media jam parte elapso. [Z.p.], 1826 (proefschrift).
  • Brieven over het regt van beklemming, gerigt aan Mr. C. J. van Assen. Amsterdam, 1861.
  • De regeling van het toezigt op het beheer der goederen van de Hervormde gemeenten. Beschouwingen naar aanleiding van het Koninklijk Besluit van den 9den Februarij 1866 (Staatsblad no. 10). 's-Gravenhage, 1867.
  • Beschouwingen over eenige punten van beklemregt. Groningen, 1871.
  • Register op de geschriften van C.H. Gockinga over het regt van beklemming met daarbij behoorende lijsten. 's-Gravenhage, 1880.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • J. de Wal, Levensbericht van Mr. C.H. Gockinga. Leiden, 1883.
Voorganger:
J.D.W. Pape
President van de Hoge Raad der Nederlanden
1878–1882
Opvolger:
C.L. de Vos van Nederveen Cappel