Carl Flesch
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/9/92/Emil_Orlik_-_Portrait_of_Carl_Flesch_248.jpg/260px-Emil_Orlik_-_Portrait_of_Carl_Flesch_248.jpg)
Carl Flesch (Hongaars: Flesch Károly) (Moson, 9 oktober 1873 - Luzern, 14 november 1944) was een Hongaarse violist.
Levensloop
Hij was zoon van militaire arts Salamon Flesch en Johanna Klein. Hij trouwde in Amsterdam (1906) met Bertha Josephus Jitta. Carl Flesch begon met vioolspelen op zevenjarige leeftijd. Op tienjarige leeftijd kwam hij in Wenen terecht om te gaan studeren bij Jakob Grün. Op zijn zeventiende vertrok hij naar Parijs om te studeren aan het Conservatoire national supérieur de musique. Hij vestigde zich later in Berlijn en in 1934 in Londen.
Flesch was bekend om zijn solo-optredens met grote diversiteit (van barok tot eigentijdse klassieke muziek), beroemd werd hij echter als kamermuzikant. Hij heeft lesgegeven in Boekarest in Roemenië (1897-1902), Amsterdam (1903-1908), Philadelphia (1924-1928) en Berlijn (1929-1934). Hij heeft een aantal instructieboeken uitgegeven, waaronder Die Kunst des Violin-Spiels (De kunst van het vioolspel, 1923) waarin hij de stelling verdedigde dat een violist ook een artiest is, in plaats van alleen maar een virtuoos.
Onder zijn studenten waren Edwin Bélanger, Ida Haendel, Josef Hassid, Yfrah Neaman, Eric Rosenblith, Henryk Szeryng, Howard Leyton-Brown, en Henri Temianka Hij heeft gezegd dat zijn favoriete student de Australische Alma Moodie was. Zij verwierf grote faam in de jaren '20 en 30, tegenwoordig is zij echter vrijwel onbekend, omdat er geen opnamen bewaard zijn gebleven.[1]
Flesch had de Brancaccio Stradivarius, maar moest deze verkopen in 1928 nadat hij al zijn geld had verloren op de beurs in New York.Flesch kocht toen in 1931 een Pietro Guarneri Venice viool 1747, waar hij de rest van zijn leven op speelde. Op YouTube is een live-opname te beluisteren uit 1943 van het Vioolconcert van Ludwig van Beethoven met Carl Flesch uit Luzern op deze Pietro Guarneri.[2]
In 1938 verscheen Carl Flesch, een biografische studie over hem van Willem Brederode (Erven F. Bohn, 64 blz.).[3] Flesch stierf in Luzern, Zwitserland op 14 november 1944.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Carl_Flesch op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Archief Carl Flesch in het Nederlands Muziek Instituut, met biografie
- Carl Flesch: The Memoirs of Carl Flesch (trans. Hans Keller and ed. by him in collaboration with C.F.Flesch); foreword by Max Rostal (1957).
- Carl Flesch: The Art Of Violin Playing, Books 1 & 2 Translated & Edited by Eric Rosenblith. New York: Carl Fischer Music © Edition ISBN 0825828228
- Boris Schwarz: Great Masters of the Violin; forward by Yehudi Menuhin. New York: Simon and Schuster © 1983.
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 52
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 205
- J. Robijns en Miep Zijlstra, Algemene Muziek Encyclopedie deel 3, Unieboek 1980, pagina 234
- Carl Flesch op IMSLP