Christian Heinrich Friedrich Peters

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
C.H.F. Peters
Christian Heinrich Friedrich Peters
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Christian Heinrich Friedrich Peters
Geboortedatum 19 september 1813
Geboorteplaats Koldenbüttel
Overlijdensdatum 18 juli 1890
Overlijdensplaats Clinton (New York)
Locatie graf Graf op Find a Grave
Nationaliteit Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Wetenschappelijk werk
Vakgebied astronomie
Onderzoek zonnevlekken
Overig onderzoek planetoïden
Promotor Johann Encke
Alma mater universiteit van Berlijn
Instituten Hamilton College, Clinton (New York)

Christian Heinrich Friedrich Peters (Koldenbüttel, 19 september 1813 - Clinton, 18 juli 1890) was een Duits-Amerikaans astronoom. Hij was een broer van de natuurwetenschapper Wilhelm Peters (1815-1883). Hij was echter geen familie van de Duitse astronoom Christian August Friedrich Peters (1806-1880).

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Peters werd geboren in het Hertogdom Sleeswijk toen dat tot Denemarken behoorde. Hij studeerde astronomie en wiskunde aan de universiteit van Berlijn bij Johann Encke. Na zijn promotie werd hij assistent van Carl Friedrich Gauss in Göttingen. Later ging hij naar Italië. Het was de bedoeling dat hij de leiding zou nemen van een nieuw observatorium op Sicilië, maar dat plan ging niet door. Aan het observatorium van Capodimonte in Napels bestudeerde hij zonnevlekken en ontdekte hij in 1846 een zeer zwak lichtgevende komeet, 1846 VI. Omwille van de politieke onrust vluchtte hij in 1849 naar Frankrijk en vandaaruit trok hij naar Constantinopel. Dankzij zijn uitgebreide talenkennis werd hij er wetenschappelijk adviseur van de grootvizier van sultan Abdülmecit.

Op verzoek van de Amerikaanse ambassadeur in Turkije en met een aanbevelingsbrief van Alexander von Humboldt ging Peters in 1854 naar de Verenigde Staten. Hij sprak op de bijeenkomst van de American Association for the Advancement of Science van 1855 over zijn observaties van zonnevlekken, wat resulteerde in een artikel in de Proceedings van de AAAS. De meeting maakte hem bekend in Amerika en hij kreeg een baan bij de U.S. Coast Survey in Washington, D.C. Nadien werkte hij een korte tijd aan het Dudley Observatorium in Albany (New York), waar hij de komeet 1857 IV ontdekte. In 1959 kreeg hij een aanstelling als hoogleraar aan het kleine Hamilton College in Clinton (New York). Dat had een nieuw observatorium met een 13,5 inch refractor, toen een van de grootste in de VS. Astronomen werden toen echter weinig betaald in de VS en hij leefde een tijd op de rand van de armoede. Hij bestudeerde zonnevlekken (zijn observaties daarvan werden pas in 1907, lang na zijn dood, gepubliceerd) en ontdekte talrijke planetoïden, waarmee hij bekendheid verwierf. In totaal ontdekte hij 48 planetoïden; de laatste, (287) Nephthys, in 1889 toen hij bijna zesenzeventig jaar oud was. Hij ontdekte ook een aantal nevels en sterrenstelsels.

Peters werd in 1876 verkozen als lid van de Amerikaanse National Academy of Sciences.

Zijn eerzucht en na-ijver brachten hem in conflict met verschillende collega's, waaronder James Craig Watson, een jongere planetoïdenjager, en Charles A. Borst. Die had hij aangenomen als assistent en belast met het samenstellen van een sterrencatalogus op basis van oude catalogi en Peters' jarenlange observaties. Het titelblad van de catalogus die in 1888 werd voltooid vermeldde dat hij was opgemaakt door Borst onder de leiding van C.H.F. Peters. Peters nam dat niet en omdat Borst weigerde het te veranderen daagde Peters Borst voor de rechtbank. De zaak "Peters v. Borst" kwam voor de Supreme Court van de staat New York. De rechter gaf Peters gelijk, maar veel astronomen en de kranten die de zaak versloegen kozen de zijde van Borst. Borst ging in beroep, en na de dood van Peters werd een nieuwe rechtszaak bevolen, die er echter nooit kwam. Door de aanslepende juridische procedure bleef de sterrencatalogus onuitgegeven.

Peters werd in de morgen van 19 juli 1890 dood aangetroffen op de weg van zijn woning naar het observatorium.

Planetoïden ontdekt door C.H.F. Peters[bewerken | brontekst bewerken]

(72) Feronia 29 mei 1861
(75) Eurydike 22 september 1862
(77) Frigga 12 november 1862
(85) Io 19 september 1865
(88) Thisbe 15 juni 1866
(92) Undina 7 juli 1867
(98) Ianthe 18 april 1868
(102) Miriam 22 augustus 1868
(109) Felicitas 9 oktober 1869
(111) Ate 14 augustus 1870
(112) Iphigenia 19 september 1870
(114) Kassandra 23 juli 1871
(116) Sirona 8 september 1871
(122) Gerda 31 juli 1872
(123) Brunhild 31 juli 1872
(124) Alkeste 23 augustus 1872
(129) Antigone 5 februari 1873
(130) Elektra 17 februari 1873
(131) Vala mei 1873
(135) Hertha 18 februari 1874
(144) Vibilia 3 juni 1875
(145) Adeona 3 juni 1875
(160) Una 20 februari 1876
(165) Loreley 9 augustus 1876
(166) Rhodope 15 augustus 1876
(167) Urda 28 augustus 1876
(176) Iduna 14 oktober 1877
(185) Eunike 1 maart 1878
(188) Menippe 18 juni 1878
(189) Phthia 9 september 1878
(190) Ismene 22 september 1878
(191) Kolga 30 september 1878
(194) Prokne 21 maart 1879
(196) Philomela 14 mei 1879
(199) Byblis 9 juli 1879
(200) Dynamene 27 juli 1879
(202) Chryseïs 11 september 1879
(203) Pompeja 25 september 1879
(206) Hersilia 13 oktober 1879
(209) Dido 22 oktober 1879
(213) Lilaea 16 februari 1880
(234) Barbara 12 augustus 1883
(249) Ilse 16 augustus 1885
(259) Aletheia 28 juni 1886
(261) Prymno 31 oktober 1886
(264) Libussa 22 december 1886
(270) Anahita 8 oktober 1887
(287) Nephthys 25 augustus 1889

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]