Codex Tischendorfianus IV

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Unciaal 036
Codex Tischendorfianus IV
Naam Codex Tischendorfianus IV
Symbool Γ
Bijbeltekst Evangeliën
Datering 10e eeuw
Taal Grieks
Huidige locatie Russische Nationale Bibliotheek
Grootte 30 cm bij 23 cm
Teksttype Byzantijnse
Categorie V

De Codex Tischendorfianus IV (Gregory-Aland no. Γ of 036, von Soden ε 070) is een van de Bijbelse handschriften. Het dateert uit de 10e eeuw en is geschreven met unciaal-hoofdletters op perkament.[1]

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het bevat de tekst van de vier Evangeliën met lacunes (Matteüs 5:31-6:16; 6:30-7:26; 8:27-9:6; 21:19-22:25; Marcus 3:34-6:21)[2]. De gehele Codex Tischendorfianus IV bestaat uit 257 bladen (30 x 23 cm)[1]. De tekst is geschreven in een kolom van 24 regels per pagina.[1] Het manuscript bevat overzichtstabellen van de κεφάλαια ("hoofdstukken"), τίτλοι (hoofdstuktitels), de sectienummers van Ammonius, canontabellen van Eusebius, markeringen voor het gebruik als lectionarium, notities en muzieknoteringen.[2]

De evangeliën zijn in de volgorde van de westerse handschriften gerangschikt (Matteüs, Johannes, Lucas, Marcus).

De Codex Tischendorfianus IV geeft de Byzantijnse tekst weer. Kurt Aland plaatste de codex in Categorie V.[1]

De tekst van Matteüs 16:2b-3 is niet aanwezig.[2]

Het heeft een extra zin in Matt. 27:49: ἄλλος δὲ λαβὼν λόγχην ἒνυξεν αὐτοῦ τὴν πλευράν, καὶ ἐξῆλθεν ὖδορ καὶ αἳμα (de andere nam een speer en doorboorde zijn zijde, en meteen kwam er water en bloed).[3]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Een deel van de codex werd door Tischendorf ontdekt in een oostelijk klooster in 1853, een ander deel in 1859.[2] De codex is nog steeds in twee delen verdeeld en op twee plaatsen ondergebracht. 158 bladeren werden in 1855 gekocht en werden ondergebracht in de Bodleian Library (Auct. T. Nr 2.2) van de Universiteit van Oxford, 99 andere bladen van de codex zijn nu gevestigd in de Russische Nationale Bibliotheek (Gr. 33) te Sint-Petersburg.[1]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Konstantin von Tischendrof, Anecdota sacra et profana (Leipzig: 1861), pp. 5–6.
  • Kurt Treu, Die Griechischen Handschriften des Neuen Testaments in der USSR; eine systematische Auswertung des Texthandschriften in Leningrad, Moskau, Kiev, Odessa, Tbilisi und Erevan, T & U 91 (Berlin: 1966), pp. 41–43.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]