Cornelius Albertus Kloekhof (ook wel: Kloekhoff, Cloeckhof, Klockhof, Klockof, Klökhof, Kloeckhof of Kloeckhoff; zijn voornaam is terug te vinden als Cornelius, Cornelis of Kornelis) (Culemborg, gedoopt op 29 september1715[1] - Culemborg, 25 februari1788[2]), was een Nederlands arts en politicus.
In 1737 werd hij stads-arts te Culemborg. Hij wordt daar schepen op 1 mei 1747[6] en uiteindelijk, gelijk zijn vader en vele anderen in zijn familie, burgemeester op 2 juli 1758[7][8] tot in ieder geval 1773[9], maar niet later dan 1780[10]. Hij was daar bevriend met onder andere politicus en jurist Abraham Perrenot.
Zijn werken werden veelvuldig geciteerd, zowel in binnen- als buitenland. Een deel van zijn werken werd in het Duits vertaald[14]. Er zijn twee werken die veel aandacht hebben gekregen:
Zijn beschrijving van een epidemie in Culemborg in het jaar 1741 (in zijn Opuscula Medica). Zijn tweede werk dat een grote invloed heeft gehad, was zijn werk over de geestesziekten "De morbis animi", waar hij een visie ten toon spreidde die zijn tijd ver vooruit was[15]. Vele artsen die de grondleggers waren van de huidige psychiatrie, citeerden Kloekhof als hun voorganger (zoals Weikard[16], Tissot[17][18] en Reil[19]). Met dit laatsgenoemde werk heeft Kloekhof waarschijnlijk ook de grond gelegd voor de ontwikkeling van het concept van ADHD[20].
Hij overleed te Culemborg op 25-02-1788 en werd begraven in de St. Barbara Kerk aldaar op 28 februari 1788[21].
De frigidis, nervorum systemati inimicis, Lugduni Batavorum, I. et H. Verbeek,1736.[22]
Opuscula Medica, Traj. ad Rhen. 1747. 8o.[23], heruitgegeven in 1772[24]
Treurzang In Dichtkundige cypressenbladen, gestrooit by het voor Neêrland allerbitterste en betreurens waardigst afsterven van den onvergelykelyken vorst en heere Willem Karel Hendrik Friso, prinse van Oranje en Nassau. 1752 Bl. 149-152[25]
De morbis animi ab infirmato tenore medullæ cerebri dissertatio, Traj. ad Rhen. 1753. 8o.[26]
Cornelis Albert Kloeckhof an Albrecht von Haller, 28 oktober 1753, Editions- und Forschungsplattform Hallernet[27].
Berigt wegens eene zonderlinge verbastering der ovaria; in de Verh. van de Holl. Maatsch. van Wetensch. te Haarl., 1761. bl. 436.[12]
Aanmerkingen rakende het verschil der wei in de waterzugt en der genezingswijze, daaruit voortvloeijende; in dezelfde Verh., D. IV. 1762. bl. 451.[28]
Uitwerkingen van het arsenicum album crystallinum; in dezelfde Verh. 1765. bl. 394.[29]
Bericht van eene zonderlinge darm-verstropping; in dezelfde Verh. 1770. bl. 37 van de berichten[30]
Aanmerkingen over de gevolgen eener darm-ontsteeking; in dezelfde Verh. 1770. bl. 41 van de berichten[30]
Proeve over 's menschen leven en deszelfs duuring; in dezelfde Verh. 1774. bl. 109[31]
Proeve over 's menschen gewaarwording yan zyn Lighaam. in dezelfde Verh. 1776. bl. 241[32]
Proeve over den aart en de wettigheid van de inenting der kinder-pokjes; in dezelfde Verh. 1779. bl. 373;[33]
Tweede proeve over den aart en de wettigheid van de inenting der kinder-pokjes; in dezelfde Verh. 1782 bl. 265-309,[34]