Naar inhoud springen

Correctheid (logica)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Fjvelsen (overleg | bijdragen) op 27 okt 2019 om 02:33. (onnodig Germanisme)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een geldige redenering is in de logica en argumentatieleer een redenering die qua vorm voldoet aan de voorwaarden van een goede deductieve redenering. Dat wil zeggen dat de conclusie noodzakelijk volgt uit de premissen. Een geldige redenering is dus geldig dan en slechts dan als men de conclusie niet kan ontkennen zonder in tegenspraak te komen met de premissen.[1]

Het is niet noodzakelijk voor een geldige redenering dat de premissen zelf waar zijn: als de vorm van de redenering zelf maar klopt. Een redenering die én geldig is én waarvan de premissen evident waar zijn noemt men correct.

Voorbeeld:
A. Lucretius is een filosoof.
B. Alle filosofen zijn onbetrouwbaar.
C. Dus: Lucretius is ook onbetrouwbaar.

Deze redenering is geldig omdat, als je de premissen A en B voor waar aanneemt, de conclusie C noodzakelijk volgt. Zij is echter niet correct omdat de premisse B niet evident waar is.

Voorbeeld:
A. Een cirkel heeft geen hoeken.
B. Een vierkant heeft vier hoeken.
C. Dus: een vierkant kan geen cirkel zijn.

Deze redenering is zowel geldig als correct.