Naar inhoud springen

De zee naar zuid

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bitbotje (overleg | bijdragen) op 27 feb 2018 om 19:51. (→‎Het verhaal: dubbel lidwoord met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De zee naar zuid
Stripreeks Douwe Dabbert
Volgnummer 8
Scenario Thom Roep
Tekeningen Piet Wijn
Type Sprookje / fantasy
Eerste druk 1981
Uitgever Big Balloon
ISBN 9032030477
90 542 5262 6 / CIP
Complete lijst van albums uit deze reeks
Portaal  Portaalicoon   Strip

De zee naar zuid is het achtste stripverhaal uit de reeks van Douwe Dabbert. Het is geschreven door Thom Roep en getekend door Piet Wijn. De eerste albumuitgave was in 1981, en in datzelfde jaar verscheen het als vervolgverhaal in de Donald Duck.[1]

Het verhaal vormt het laatste deel in een vierluik waarin Douwe Dabbert via een magische poort alle vier de windrichtingen bezoekt.

Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Douwe Dabbert is met een Hollands schip vanuit de Caraïben afgereisd naar West-Afrika, waar hij kennismaakt met de West-Indische Compagnie. Hij verblijft nog enige tijd in een havenplaats voordat hij verder Afrika in zal reizen, op zoek naar de zee naar zuid die hem weer naar huis moet brengen. Als Douwe ziet hoe een groep te koop aangeboden slaven wordt mishandeld besluit hij ze allemaal vrij te kopen; het geld – vijftig goudstukken – tovert hij gewoon uit zijn knapzak. Een van de vrijgekochte slaven, een jong meisje genaamd Nama, hoort bij een stam die midden in het Afrikaanse oerwoud woont, maar ze durft niet in haar eentje door de jungle. Douwe besluit dat ze samen zullen reizen. Douwes actie is echter ook opgemerkt door twee onfrisse figuren, de matrozen Berendsz en Knielsen. Zij besluiten vervolgens te drossen van hun schip dat op weg is naar Batavia, om Douwe en Nama door de jungle achterna te reizen in de hoop Douwe het geld dat hij volgens hen nog over moet hebben afhandig te maken.

Op hun gevaarlijke tocht door de jungle maken Douwe en Nama van alles mee. Niet alleen komen ze oog in oog te staan met allerlei wilde dieren, ook slagen Berends en Knielsen die hun voortdurend op de hielen zitten er een paar keer bijna in hen te overvallen. Uiteindelijk weten ze het dorp van Nama te bereiken. Ook arriveren Berendsz en Knielsen hier, ze weten zich voor te doen als vrienden en stellen Douwe voor om met zijn drieën verder te reizen. Als Douwe, Berendsz en Knielsen even later het dorp hebben verlaten en alleen zijn wordt de ware bedoeling van de schurken duidelijk, maar Douwe weet even aan hen te ontsnappen. Per toeval belandt Douwe in een magische tempelzaal met in het midden een diamant die niet in het zonlicht mag komen, omdat hij anders in brand vliegt. Douwe beseft dat hij nu dicht bij zijn eindbestemming is. Tegelijk realiseert hij zich nog iets: behalve de vier windrichtingen spelen ook de vier basiselementen een rol; het zand in oost, het ijs (water) in noord, de wind (lucht) in west en nu dus het vuur in zuid.

Dan zijn Berendsz en Knielsen weer ter plekke en in hun hebzucht nemen ze de diamant mee naar buiten, die daarop onmiddellijk in brand staat. Douwe kan de situatie nog net op tijd redden en gooit de diamant in een nabijgelegen meertje met een sterke draaikolk, dat de zee naar zuid is. Berendsz gooit Douwe uitzinnig van woede in de draaikolk, teleurgesteld omdat hij in de diamant een zeer machtig wapen zag. Daarna begint hij met Knielsen aan de terugtocht, maar niemand heeft hierna meer iets van de twee schurken vernomen; waarschijnlijk hebben ze hun terugreis niet overleefd.

Douwe wordt intussen bewusteloos door de draaikolk meegezogen. Net op het moment dat hij boven het water uitschiet, komt hij weer bij. Hij blijkt nu terug te zijn in de grot van Wredulia, waar alles inmiddels is verbrand. Er barst een geweldige regenbui los; de elementen blijven maar tekeergaan. Douwe weet ergens een droog plekje te vinden waar hij overnacht, en de volgende dag vindt hij nog de fles terug die hij jaren eerder voor Wredulia heeft getoverd. Hij besluit deze plek te verlaten om er nooit meer terug te keren.

Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Douwe Dabbert 8 1981 De weg naar west Florijn de flierefluiter