Donnet-Zedel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 87.113.7.105 (overleg) op 4 apr 2008 om 00:53. (Nieuwe lin an engelse Zédel artikel. ~~~~)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zedel CG, 1907.jpg

Donnet-Zedel is een voormalig producent van motorblokken en auto's die tot 1924 Zedel heette en vanaf 1926 Donnet.

Oprichting

In 1898 maakte Ernest Zürcher motorblokken voor motorfietsen. Samen met Herman Luthi richtte hij het bedrijf Zürcher & Luthi & Cie. op in Neuchâtel (Zwitserland). De werkplaats aldaar werd te klein en dus verhuisde het bedrijf in 1900 naar Saint-Aubin in het Zwitserse kanton Fribourg. Een jaar later, in 1901, werd de naam van het bedrijf veranderd in Zedel; De initialen 'Z' en 'L' fonetisch geschreven. Tegen 1902 had men 130 werknemers in dienst en ging men exporteren naar Frankrijk. Daarvoor was men een overeenkomst aangegaan met de Franse fietsenfabriek La Victoire.

Om de invoerrechten te omzeilen werd in Pontarlier, vlak over de Frans-Zwitserse grens, een kleine werkplaats opgericht. Die groeide al snel uit tot een fabriek. Door de snelle expansie kwam het bedrijf in financiële moeilijkheden waarna toeleverancier Samuel Graf een meerderheidsparticipatie verwierf. De nieuwe eigenaar wilde overschakelen naar het bouwen van auto's. Ernest Zürcher zag dit niet zitten en verkocht Zedel in 1907 aan Graf.

Auto's

Vlak voor zijn vertrek had Ernest Zürcher een prototype voor een auto ontwikkeld; Het type A. Na zijn vertrek werd het type 22 B daarop gebaseerd. Daarvan werden er jaarlijks zo'n 100 verkocht. Tegen 1910 was het gamma uitgebreid met de types CA, CB, CC, CE, CF, CG, CH, CI, DB en DBS. Het waren wagens in de hogere prijsklasse die wereldwijd geëxporteerd werden. Voor de Eerste Wereldoorlog verkocht Zedel 300 à 400 auto's. Tijdens de oorlog werd Zedels productiecapaciteit opgevorderd door Frankrijk om granaten te produceren.

Donnet

Na de Eerste Wereldoorlog hervatte Samuel Graf de productie van het type CE met vooroorlogse voorraden. Een jaar daarna, in 1919, verkocht hij het bedrijf aan Jérôme Donnet. Dat was een Zwitsers industrieel die tijdens de oorlog fortuin had gemaakt met de bouw van watervliegtuigen. Hij bracht een verbeterde en meer luxueuze versie van het type CE in productie met beperkte oplage: het type CES. In 1920 kwam er met het type P 15 een nieuw model uit dat eveneens bestemd was voor vermogende klanten.

In 1921 kwam de CI 5 op de markt die in 1922 werd opgevolgd door de Zedel CI 6. Dat was de eerste Zedel die in grote oplage werd gebouwd.

In 1924 werd de merknaam gewijzigd tot Donnet-Zedel en werd de productiecapaciteit uitgebreid. De CI 6 werd nu verkocht als Donnet-Zedel CI 6 en in 1926 verscheen de Donnet-Zedel K. Eveneens verscheen de Donnet-Zedel G 7.

Het bedrijf kocht een opslagplaats in Nanterre en bouwde daar in 1925 een nieuwe grote fabriek met de bedoeling om met een lopende band te gaan produceren. Die fabriek was in 1928 af waarna de productie langzaam van Pontarlier naar Nanterre verhuisde. In 1929 werd de oude fabriek in Pontarlier gesloten. Ondertussen was de merknaam in 1926 alweer veranderd in Donnet.

Einde

In 1927 fuseerde het merk met Delahaye, Unic en Chenard & Walker. Na het begin van de Grote Depressie in 1929 ging het zeer slecht met de wereldeconomie en de autoindustrie. De verkoop liep slecht en er werd bezuinigd. Er vielen ontslagen en de modellen werden met lichtere motoren geleverd.

In 1934 werd de fabriek opgekocht door Pigozzi, de importeur van Fiat. Deze ging er de Simca-Fiat bouwen die later opgekocht werd door Citroën.

Van 1935 tot 1936 werden nog een aantal wagens verkocht uit de voorraad door toeleveringsbedrijf Contin. Deze werden verkocht als Donnet-Contin D 35.

Externe links