Duitse Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in de Tsjecho-Slowaakse Republiek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Duitse Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in de Tsjecho-Slowaakse Republiek
Deutsche sozialdemokratische Arbeiterspartei in der Tschechoslowakischen Republik
Německá sociálně demokratická strana dělnická v Československé republice
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Personen
Partijleider (Lijst)
Geschiedenis
Opgericht 1919
Opheffing 1939
Algemene gegevens
Actief in Tsjecho-Slowakije
Hoofdkantoor Praag
Richting Centrumlinks
Links
Ideologie Sociaaldemocratie
Democratisch socialisme
Kleuren Rood
Afkorting DSAP
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Ludwig Czech (1870-1942), leider van de DSAP 1920-1938. Hij kwam in 1942 om in het getto Theresienstadt

De Duitse Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in de Tsjecho-Slowaakse Republiek (Duits: Deutsche sozialdemokratische Arbeiterspartei in der Tschechoslowakischen Republik, Tsjechisch: Německá sociálně demokratická strana dělnická v Československé republice; DSAP) was een sociaaldemocratische partij voor Sudeten-Duitsers in de Eerste Tsjecho-Slowaakse Republiek (1918-1938). De DSAP ontstond in 1919 uit de Boheemse vleugel van de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij van Oostenrijk (SDAPÖ).[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende de Eerste Tsjecho-Slowaakse Republiek was de DSAP de belangrijkste partij van de Sudeten-Duitsers, de Duitstalige minderheid van Tsjecho-Slowakije.[2] Hoewel de partij niet zo vijandig tegenover de Tsjecho-Slowaakse staat stond als de rechts-nationalistische Duits-nationalistische partijen zoals de DNP en de Duitse Nationaal-Socialistische Arbeiderspartij (DNSAP), beschouwde de DSAP het land als een wangedrocht, gevormd door de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog. Later nam de partij een meer gematigde toon aan. Onder het leiderschap van Ludwig Czech (1920-1938) nam de partij deel aan de coalitieregeringen. In 1921 scheidde de linkervleugel zich van de DSAP af en richtte de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije (Duitse Afdeling) (KPT (DA)), welke later opging in de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije (KSČ).

Vanaf het einde van de jaren twintig nam de invloed van de DSAP onder de Sudeten-Duitsers af; vooral de opkomst van de Sudeten-Duitse Partij (SdP) deed de invloed van de DSAP afnemen. Na de stichting van de Tweede Tsjecho-Slowaakse Republiek (1938), die overigens maar een kortstondig bestaan leidde, werd een tweepartijenstelsel ingevoerd en verdween de DSAP van het toneel. Sudetenland, het Duitstalige deel van de Bohemen, kwam na het Verdrag van München (30 september 1938), aan Nazi-Duitsland toe. Hoewel de Sudeten-Duitse sociaaldemocraten altijd een voorstander waren van een Groot-Duitse staat, behoorden zij tot de felste tegenstanders van het nazisme. De bezetting van Tsjechië door Duitsland (maart 1939) leidde tot een grootscheepse door de Duitsers opgezette vervolging van de DSAP. Een aantal leiders wist echter het land te verlaten en richtten in Noorwegen een DSAP in ballingschap op. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Sudeten-Duitsers systematisch uit Tsjechië verdreven en vestigden zij zich in de Bondsrepubliek Duitsland waar ook een aan de SPD gelieerde belangenorganisatie voor Sudeten-Duitse sociaaldemocraten bestaat (Seliger-Gemeinde).[3]

Partijleiders[bewerken | brontekst bewerken]

Verkiezingsresultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Kamer van Afgevaardigden[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar % Zetels +/-
1920 11,1%
30 / 281
NIEUW
1925 5,8%
17 / 300
Gedaald13
1929 5,8%
21 / 300
Gestegen5
1935 3,6%
11 / 300
Gedaald10
Bron: Uitslag

Senaat[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar % Zetels +/-
1920
16 / 142
NIEUW
1925
9 / 150
Gedaald7
1929
11 / 150
Gestegen2
1935
6 / 150
Gedaald5
Bron: Nohlen, et al.[4]

Verwijzingen[bewerken | brontekst bewerken]