Engelse beschrijvende notatie
De Engelse beschrijvende notatie is een vorm van schaaknotatie die tot ongeveer 1970 algemeen gebruikt werd in de Engelstalige schaakliteratuur. Sindsdien is deze notatie verdrongen door de algebraïsche notatie, maar kennis ervan is nodig om oudere boeken en tijdschriften te kunnen lezen.
De stukken, ook de pionnen, worden aangeduid met de beginletter (behalve het paard): King, Queen, Rook, Bishop, kNight (soms ook Kn of Kt), Pawn. Bij de algebraïsche notatie (voor Engelstalige lezers) worden dezelfde letters gebruikt (behalve voor de pion).
De lijnen worden aangeduid met de naam van het stuk dat in de beginstelling op die lijn staat. Als dat nodig is om de zet te beschrijven wordt aangegeven of de lijn op de Dame- of Koningsvleugel ligt door er Q of K voor te zetten. In plaats van a tot en met h zijn dat dus: QR QN QB Q K KB KN KR. Is er geen verwarring mogelijk, dan kan de Q of K worden weggelaten.
De rijen worden genummerd vanaf de speler die aan zet is. Het veld c1 heet dus voor de witspeler QB1 en voor de zwartspeler QB8.
Zetten worden genoteerd als Stuk dat speelt (Veld van herkomst) - Veld van bestemming.
Slagzetten worden genoteerd als Stuk dat speelt (Veld van herkomst) × Stuk dat geslagen wordt (Veld van bestemming).
Wat hierboven tussen haakjes staat mag worden weggelaten als dat niet nodig is om de zet uniek te identificeren.
Verdere vermeldingen
Voor de rokade schreef men castles, eventueel met de toevoeging KR of QR
Werd schaak gegeven, dan schreef men ch of check.
Later werd voor deze zetten dezelfde schrijfwijze gebruikt als in de algebraïsche notatie.
Voorbeelden
Herdersmat | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Engels | Algebraïsch | |||||||||
volledig | verkort | volledig | verkort | |||||||
1 PK2-K4 | PK2-K4 | 1 P-K4 | P-K4 | 1 e2-e4 | e7-e5 | 1 e4 | e5 | |||
2 BKB1-QB4 | BKB1-QB4 | 2 B-B4 | B-B4 | 2 Lf1-c4 | Lf8-c5 | 2 Lc4 | Lc5 | |||
3 QQ1-KR5 | NKN1-KB3 | 3 Q-R5 | N-B3 | 3 Dd1-h5 | Pg8-f6 | 3 Dh5 | Pf6 | |||
4 QKR5×KB7 mate | 4 Q×B7 mate | 4 Dh5×f7 # | 4 Df7: # |
De partij Boleslavski - Bronstein, Moskou 1945 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Engels | Algebraïsch | Commentaar | |||||||||
1. P-K4 | P-K4 | 1. e4 | e5 | Omdat de rijen worden gerekend vanaf de kleur die aan zet is, zetten beide spelers naar K4 (Pion gaat naar het vierde veld in de lijn van de Koning). | |||||||
2. N-KB3 | N-QB3 | 2. Pf3 | Pc6 | Let op het verschil tussen de tweede en derde zet van wit. Bij de tweede zet (Paard gaat naar derde veld in de lijn van de Koningsloper) moet vermeld worden om welke loperlijn het gaat, want het is ook mogelijk een Paard op het derde veld in de lijn van de Dameloper te zetten. Bij de derde zet (Loper gaat naar vijfde veld in lijn van Paard) is er maar één mogelijkheid, dus kan volstaan worden met B-N5. | |||||||
3. B-N5 | P-QR3 | 3. Lb5 | a6 | ||||||||
4. B-R4 | P-Q3 | 4. La4 | d6 | ||||||||
5. P-B3 | B-Q2 | 5. c3 | Ld7 | ||||||||
6. 0-0 | KN1-K2 | 6. 0-0 | Pge7 | ||||||||
7. P-Q4 | N-N3 | 7. d4 | Pg6 | ||||||||
8. B-K3 | B-K2 | 8. Le3 | Le7 | ||||||||
9. QN1-Q2 | P-R3 | 9. Pbd2 | h6 | ||||||||
10. R-K1 | B-N4 | 10. Te1 | Lg5 | ||||||||
11. N-B1 | B-B5 | 11. Pf1 | Lf4 | ||||||||
12. N-N3 | B×N | 12. Pg3 | Lg3: | ||||||||
13. BP×B | 0-0 | 13. fg3: | 0-0 | ||||||||
14. P-KR3 | P×P | 14. h3 | ed4: | ||||||||
15. P×P | NB3-K2 | 15. cd4: | Pce7 | ||||||||
16. B-N3 | B-K3 | 16. Lb3 | Le6 | ||||||||
17. R-QB1 | B×B | 17. Tc1 | Lb3: | ||||||||
18. Q×B | R-N1 | 18. Db3: | Tb8 | ||||||||
19. P-Q5 | Q-Q2 | 19. d5 | Dd7 | ||||||||
20. B-R7 | R-R1 | 20. La7 | Ta8 | ||||||||
21. Q×P | RB1-B1 | 21. Db7: | Tfc8 | Bij de 21e zet van wit kan volstaan worden met Q×P (Dame slaat Pion) want er is maar één pion die op dat moment geslagen kan worden. | |||||||
22. B-Q4 | Q-R5 | 22. Ld4 | Da4 | ||||||||
23. B-B3 | QR1-N1 | 23. Lc3 | Tab8 | ||||||||
24. Q-R7 | P-QB4 | 24. Da7 | c5 | ||||||||
25. P-K5 | N×QP | 25. e5 | Pd5: | ||||||||
26. P×P | Q_N4 | 26. ed6: | Db5 | ||||||||
27. P-Q7 | R-Q1 | 27. d7 | Td8 | ||||||||
28. B-K5 | R-N3 | 28. Le5 | Tb6 | ||||||||
29. RK1-Q1 | NB3-K2 | 29. Ted1 | Pge7 | ||||||||
30. B-B7 | R-N2 | 30. Lc7 | Tb7 | ||||||||
31. Q×R | Q×Q | 31. Db7: | Db7: | Bij de 32e zet van zwart (Dame slaat pion in Damelijn) moet de lijn erbij, want Q×NP (Dame slaat pion in Paardlijn, D×b2), is ook mogelijk. | |||||||
32. B×R | Q×QP | 32. Ld8: | Dd7: | ||||||||
½-½ |
Trivia
Doordat de rijen worden geteld vanaf de speler die aan zet is, kan een beschrijving soms bondiger zijn in de Angelsaksische notatie. Een tekst als:
- “De korte rokade wordt uitgevoerd door Wit door de koning op g1 en de toren op f1 te zetten en door Zwart door de koning op g8 en de toren op f8 te zetten”
wordt dan:
- “De korte rokade wordt uitgevoerd door de koning op KN1 en de toren op KB1 te zetten”.