Naar inhoud springen

Filet haken

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Modern filet haakwerk

Filet haken is een vorm van handwerk waarbij de handwerk(st)er gebruikt maakt van de techniek haken en kleine hokjes maakt die afhankelijk van het patroon al dan niet gesloten zijn. Doordat delen van de gemaakte stof meer licht doorlaten dan andere gedeelten, ontstaat er zodoende een afbeelding die het duidelijkst wordt wanneer de stof tegen het licht wordt gehouden. De stof vormt een soort net, waar de naam 'filet' ook vandaan komt; dit is Frans voor net.[1]

Het haakwerk wordt in rijen boven elkaar gehaakt. In eerste instantie wordt opgezet in een rij lossen gehaakt, waarna geëindigd wordt met twee extra lossen die een stokje vertegenwoordigen. De rij daarna wordt gehaakt met afwisselend stokjes en lossen, die naar aanleiding van het patroon verdeeld worden over de tweede rij.

Deze wijze van haken vergt bijna altijd een patroon, dat veelal in al dan niet ingekleurde vakjes is verdeeld. Elk vakje staat hierbij voor een stekencombinatie. Veelal is deze combinatie bij een leeg vakje één stokje, waarop één of twee lossen volgen en een tweede stokje. Een gevuld vakje is vaak een combinatie van drie of vier opeenvolgende stokjes. Op deze wijze ontstaan uitgebreide patronen die ook wel lijken op borduurpatronen voor kruissteek borduurwerk. Dergelijke patronen kunnen ook voor filethaken gebruikt worden.[2]

Traditioneel filethaakwerk

Van oudsher wordt filethaken gebruikt voor vitrage, waarbij de positie in het licht het werk beter uit doet komen. De techniek was in de jaren '60 erg populair voor vitrage, kleedjes en grote spreien en wordt hierdoor soms als oubollig gezien. De veelal dunne en spierwitte draad die hierbij werd gebruikt hielp niet mee in dit imago; hierdoor duurde het erg lang voor het patroon klaar was en was het altijd van dezelfde witte katoen gehaakt.[3][4]

Meer recent is de techniek in een wat beter daglicht komen te staan, ook omdat er nu veelal andere kleuren worden gebruikt om de patronen geheel anders uit te doen komen. Ook is de techniek relatief gemakkelijk doordat er enkel twee type steken worden gebruikt. Ondanks deze heropleving delen handwerkers soms nog patronen uit de 19e eeuw met elkaar, omdat deze nog altijd bruikbaar zijn.[2]

Toch worden er heden ten dagen ook patronen gemaakt die in deze tijd nooit gemaakt zouden worden. Zo kunnen er tegenwoordig patronen met scheldwoorden erin verwerkt gekocht worden.[5] Ook worden er nu andere voorwerpen gemaakt dan spreien en vitrage, zo zijn er omslagdoeken[6] en bloempotcovers[4] die de techniek gebruiken. Toch is het gebruik op nieuwe manieren beperkt door het tweedimensionale karakter van de techniek.