Naar inhoud springen

Gaius Flavius Fimbria (consul in 104 v.Chr.)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gaius Flavius Fimbria was een Romeins politicus, die zich als homo novus uit een lage stand tot hoge ambten te verheffen wist door zijn eigen verdiensten en talent.[1]

In 105 v.Chr. was hij kandidaat voor het consulaat, en het volk gaf aan hem de voorkeur in plaats van aan zijn tegenstander Quintus Lutatius Catulus. Daarop werd Fimbria in 104 v.Chr. samen met Gaius Marius – wiens tweede consulaat dit was – consul.[2] Fimbria schijnt zijn populariteit in deze periode te hebben verworven, daar hij eerdere onsuccesvol had gepoogd tot tribunus plebis te worden verkozen.[3]

Hoewel we niet weten welke Romeinse provincie hij na zijn consulaat kreeg toegewezen, weten we wel dat hij door Marcus Gratidius nadien werd aangeklaagd voor repetundae (knevelarij), gesteund door bewijs van Marcus Aemilius Scaurus, doch vrijgesproken.[4] Tijdens de opstand van Lucius Appuleius Saturninus in 100 v.Chr., nam Fimbria samen met andere oud-consuls de wapens op om het publieke goed te verdedigen.[5]

De legatus Gaius Flavius Fimbria en Flavius Fimbria waren vermoedelijk zonen van hem.

Cicero die een wijze spreuk van hem als rechter aanhaalt,[6] noemt hem ook als redenaar.[7]

  1. Cicero, In Verrem II 5.181, Pro Plancio 12.
  2. CIL I² 2.679, Fasti Antiates ([C. Mari. C. f.] II, C. F[l]avi. Fimbr.); pseudo-Asconius, 78 en 81 C, Iulius Obsequens, Ab anno urbis conditae dv prodigiorum liber 43; Chronograaf van 354 (Mario II et Fimbrio); Fasti Hydatius (Mario II et Timbria), Chronicon Paschale (Μαρίου τὸ β´ καὶ Φιμβρίου), Cassiodorus, Cicero, In Verrem II 5.181, Pro Plancio 12, Pro C. Rabirio perduellionis reo 21, De officiis III 77, Valerius Maximus, Facta et dicta memorabilia VII 2 § 4.
  3. Cicero, Pro Plancio 52.
  4. Cicero, pro M. Fonteio 24, 26, Brutus 168, Valerius Maximus, Facta et dicta memorabilia VIII 5 § 2.
  5. Cicero, Pro C. Rabirio perduellionis reo 21.
  6. Cicero, De officiis III 77. Vgl. Valerius Maximus, Facta et dicta memorabilia VII 2 § 4.
  7. Cicero, Brutus 129, 233.
  • T.R.S. Broughton, The Magistrates of the Roman Republic, I, New York, 1951, p. 558.
  • art. Flavius (7), in F. Lübker - trad. ed. J.D. Van Hoëvell, Classisch Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen, Rotterdam, 1857, p. 370.
  • W. Smith, art. Fimbria (1), in W. Smith, Dictionary of Greek and Roman Biography and Mythology, II, Boston, 1867, p. 150.
Voorganger:
Gnaius Mallius Maximus en Publius Rutilius Rufus
Romeins consul
samen met Gaius Marius (II)
104 v.Chr.
Opvolger:
Lucius Aurelius Orestes en Gaius Marius (III)