Naar inhoud springen

Gasklep

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Sint Aldegonde (overleg | bijdragen) op 11 jun 2018 om 11:33. (Versie 51775082 van 2001:1C04:2C07:8700:E8A3:BD1B:81B:B9D8 (overleg) ongedaan gemaakt - kan allebei. Dan geldt WP:BTNI.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
deels geopende gasklep

Een gasklep is een soort ventiel dat bij benzinemotoren de hoeveelheid aangezogen mengsel doseert. Deze is bij carburatormotoren aangebracht na de hoofdverstuiver, bij monopointinjectie achter de injector en bij meervoudige sequentiële injectie voor de injectoren.

Bij dieselmotoren heeft de gasklep een andere functie: hij dient er alleen maar toe om de motor stil te zetten; als de gasklep dichtgaat, wordt de luchttoevoer afgesloten. De motor slaat dan af. De brandstoftoevoer wordt daar ook automatisch stopgezet omdat de brandstofpomp werkt op het motortoerental. Bij een dieselmotor wordt dit ook wel de smoorklep genoemd, i.p.v. gasklep. Dieselmotoren zuigen dus altijd de maximumhoeveelheid lucht aan. Dit is een bijkomende reden waarom dieselmotoren een hoger rendement halen dan benzinemotoren: de gasklep zorgt daar voor een grote stromingsweerstand.