Gebruiker:Armand Lucas/Nieuw artikel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Zuid Libanese Leger (SLA)[bewerken | brontekst bewerken]

uit:wikipedia

Het Zuid Libanese Leger was een Libanese militie gedurende de Libanese burgeroorlog die zich afsplitste van het Libanese leger.
Na 1979, opereerde de militie in zuid-Libanon onder het gezag van Saad Haddad's 'Government of Free Lebanon'.[1] Het werd gesteund door Israël en vocht gedurende het zuid-Libanese conflict 1982–2000 tegen de [Palestine Liberation Organisation]] (PLO) en Hezbollah.
Het Zuid Libanese Leger (SLA) vind zijn oorsprong in de Libanese burgeroorlog (1975 tot 1990).

Het SLA was als militaire groepering actief tot mei 2000 en is sindsdien enkel nog actief als politieke partij.
Leiders: Saad Haddad en Antoine Lahad
Hoofdkwartier(en):Metulla en Marjayoun
Gebiedsaanduiding: Zuid Libanon, Tyrus|Tyre, Sidon, Jabal Amel, West Beiroet.
Sterkte: 2700-3000 man
Voorheen:1200 man
Het SLA staat ook bekend als 'De Facto Forces' (DFF).

Bondgenoten;
Israel Defense Forces (IDF)
Lebanese Forces
Tigers Militia (Lebanon)
Guardians of the Cedars (GoC)

Tegenstanders
Lebanese National Movement (LNM)
Hezbollah
Amal Movement
Syrian Social Nationalist Party (SSNP)
Lebanese Communist Party (LCP)
Lebanese Army
Jammoul
Palestine Liberation Organization (PLO)
Syrian Army
UNIFIL

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Als gevolg van de aanhoudende burgeroorlog begon het Libanese leger in 1976 uiteen te vallen. Major Saad Haddad, de commandant van een leger bataljon in het zuiden, dat voorheen deel uit maakte van de Army of Free Libanon, brak met hen en stichtte een groepering die bekend stond als het Vrije Libanese Leger/Free-Libanese-Army (FLA). Het FLA was aanvankelijk gevestigd in de steden Marjayoun en Qlayaa in Zuid-Libanon. Het FLA vocht tegen verschillende groeperingen, waaronder de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), de Amal beweging en (na de Israëlische invasie van Libanon in 1982) de opkomende Hezbollah.

Hoewel deze groepering/militie niet meer onder de directe controle van het Libanese leger stond, werden van 1976-1979 haar leden nog steeds als Libanese soldaten betaald door de overheid. De Israëlische invasie van Libanon in 1978 zorgde er echter voor dat het FLA de controle over een veel groter gebied in Zuid-Libanon kreeg. Op 18 april 1979 verklaarde Haddad dat het gebied voortaan aangemerkt moest worden als "Independent Free Libanon" onder zijn bevel. De volgende dag werd hij hierdoor als verrader betiteld door de Libanese regering en officieel ontslagen uit het Libanese leger.

Een deel van het Vrije Libanese leger keert terug onder controle van de regering, terwijl Haddad’s overgebleven deel in Mei 1980 werd omgedoopt tot het Zuid-Libanese Leger (SLA). Nadat Haddad in 1984 overleed aan kanker, werd hij als leider vervangen door gepensioneerde luitenant-generaal Antoine Lahad.

Het SLA is nauw verbonden met Israël. Het steunde de Israëli's door het bestrijden van de PLO in Zuid-Libanon tot en met de invasie in 1982. Daarna bestond de steun van het SLA aan Israël voornamelijk uit het bestrijden van andere Libanese guerrillastrijders die onder leiding staan van Hezbollah. Deze steun bestaat tot in 2000 in de "veiligheidszone" (het gebied onder bezetting na een gedeeltelijke terugtrekking van Israël in 1985). In ruil levert Israël de organisatie, wapens, uniformen en logistiek materiaal. De SLA bied onderdak aan het christelijke radiostation Voice of Hope (opgericht en gefinancierd door George Otis , oprichter van High Adventure Ministries ). Begin 1982 is het SLA ook gastheer voor Midden-Oosten televisie (dat tevens werd opgericht, gefinancierd en geëxploiteerd door High Adventure Ministries). Otis gaf Midden-Oosten Television (METV) vorm naar christelijke fundamentalist Pat Robertson, oprichter van CBN . Op 2 mei 2000 verplaatst Midden-Oosten Televisie zich naar Cyprus.

In 1985 opende de SLA het Khiam detentiecentrum. Marteling was een veelgebruikte tactiek en gebeurde op grote schaal. Israël ontkent elke betrokkenheid, en beweert dat Khiam de verantwoordelijkheid was van de SLA, dit werd betwist door mensenrechten organisaties zoals Amnesty International. [ 2 ] Het SLA voerde een militaire dienstplicht in, waarbij jonge mannen vanaf 18 jaar en woonachtig in het gecontroleerde gebied gerekruteerd werden voor een jaar militaire dienst.[1] Ondanks dat het SLA financiering,wapens en logistiek ontvangen van Israël tijdens haar bestaan, opereert het SLA niet onafhankelijk van de Israëlische strijdkrachten. De SLA behandeld ook alle civiele gouvernementele activiteiten van de door Israël controleerde zones. Tijdens de jaren 1990 voert Hezbollah steeds meer effectieve aanvallen uit op de SLA, in latere jaren geholpen door het Libanese leger dat zij inmiddels hadden geïnfiltreerd. Deze gewijzigde omstandigheden hebben geleid tot een voortschrijdend verlies van moreel en manschappen. In 1997 handhaaft Israël ongeveer 1.000 tot 1.200 troepen in Zuid-Libanon en ondersteund nog eens 2.000 troepen van het SLA. [ 3 ] Het SLA verminderd tot 1500 soldaten tegenover 3.000 tien jaar eerder. Op haar hoogtepunt begin jaren 1980, bestond het SLA uit meer dan 5.000 soldaten.

De terugtrekking, het instorten en overgave[bewerken | brontekst bewerken]

De toename van de Israëlische slachtoffers in Libanon heeft in de afgelopen jaren geleid tot een toenemende binnenlandse druk om een einde te maken aan de militaire aanwezigheid van Israël in Libanon. Ehud Barak’s arbeiders partij zegde tijdens zijn verkiezingscampagne in maart 1999 toe om voor juli 2000 de Israëlische troepen terug te trekken uit Libanon als hij mimister president zou worden. Barak won de verkiezingen van mei 1999. Op 5 maart 2000 stemde het Israëlische kabinet unaniem voor een volledige terugtrekking van de troepen uit Libanon in juli. De verwachting was toen dat een dergelijke terugtrekking onderdeel van een overeenkomst met Libanon en Syrië zou zijn. Maar de onderhandelingen met Syrië werden afgebroken.[ 4 ] [ 5 ]

Op 22 mei 2000 begonnen de Israëlische strijdkrachten eenzijdig met de terugtrekking vanuit de vooruitgeschoven posities in de bezette zone van het SLA. Zodra het chaotische karakter van de terugtrekking echter duidelijk werd, keerden vele oorspronkelijke burgers uit de door het SLA bezette zones terug naar hun dorpen terwijl Hezbollah snel de controle nam over gebieden die eerder gecontroleerd werden door de SLA. Het SLA in de centrale sector van de veiligheidszone stortte in onder het zicht van de terugkerende burgers en Hezbollah’s snelle opmars. [ 6 ]
De volgende dag waren de voorste SLA posities in de oostelijke sector ingestort en Israëlische troepen begonnen hun algemene terugtrekking uit de overige gebieden van de veiligheidszone. Tijdens deze Israëlische terugtocht, stortte het SLA volledig in. De terugtrekking was voltooid op woensdag 24 mei 2000, de aanblik van het standbeeld van Saad Haddad dat door de straten van de Libanese stad Marjayoun werd gesleept was een duidelijk teken dat het Zuid-Libanese leger was verdwenen. [ 7 ]

Omdat de Israëlische terugtrekking zo snel verliep, restte de manschappen van het SLA weinig keuzes. De Libanese regering, Hezbollah en vele burgers in het betrokken gebied beschouwden hen als verraders en collaborateurs. Daarnaast werd hen verteld dat de grens van Israël zou worden gesloten na de terugtrekking.
Velen waren doodsbang om gevangen genomen te worden (en eventueel gedood) door Hezbollah, wraakzuchtige menigten, of te worden gevangen gezet dan wel het land uitgezet door de Libanese regering.

Veel leden van de SLA (waaronder enkele met hun gezinnen) vluchtte naar Israël, de christelijke meerderheid vreesde beschuldigd te worden van ernstige misdrijven gepleegd door SLA-leden en een aantal leden werd naar verluidt asiel verleend in de Europese landen (voornamelijk Duitsland ) Anderen die in Libanon bleven werden overgedragen aan de autoriteiten of werden gevangen genomen door Hezbollah en overgedragen aan de politie. De door de Libanese autoriteiten en Hezbollah gevangen genomen SLA-leden werden door Libanese militaire rechtbanken berecht voor verraad.

De Israëlische premier Ehud Barak werd door de Joodse kolonisten beweging in Israël bekritiseerd op grond dat hij de overeenkomst met zijn SLA bondgenoten had herroepen zonder overleg, hetgeen door de snelheid en verwarring had geleid tot ineenstorting van het SLA. [ 4 ]

Hezbollah werd bekritiseerd vanwege het voorkomen van de arrestatie van enkele leden van de SLA, maar rechtvaardigde dit met het argument dat het in staat was om te weten wie onder hen informant was geweest. [ 8 ]

In de daaropvolgende maand, juni 2000, waren 3000 voormalige SLA-leden in bewaring gesteld van de Libanese regering, tegen het einde van het jaar was ongeveer 90 procent uitgeprocedeerd in militaire rechtbanken. Er wordt geschat dat één-derde van de SLA-leden werden veroordeeld tot minder dan een maand gevangenisstraf en nog eens één-derde kreeg een jaar gevangenisstraf. Twee leden van het SLA werden beschuldigd van marteling bij Al-Khiam gevangenis en kregen levenslange gevangenisstraffen. Voor 21 SLA-leden was het doodvonnis geëist, maar de militaire rechtbank besloot tot een lagere straf voor elk van hen. Bepaalde andere personen werden voor een aantal jaren. verbannen uit Zuid Libanon.

Veel van de SLA-leden en hun families die in eerste instantie waren gevlucht naar Israël kozen er uiteindelijk voor om terug te keren naar Libanon nadat Hezbollah had beloofd dat ze niet zou worden geschaad. Anderen aanvaardden het aanbod van Israël op een volwaardig burgerschap en een financieel pakket vergelijkbaar met dat van nieuwe immigranten en vestigde zich permanent in Israël. Op 6 april 2006 bepaalde het financieel Comité van de Israëlische Knesset tot betaling van 40.000 shekels (ongeveer 8000 €) per gezin aan SLA veteranen, voor de periode van 7 jaar.[ 10 ] Veel van de SLA-strijders die zich in Israël vestigden verhuisden later naar de Verenigde Staten en Europa. Ongeveer 2700 SLA-strijders en familieleden wonen nog steeds in Israël. Ze zijn vooral geconcentreerd in Nahariya , Kiryat Shmona ,Tiberias , Ma'alot-Tarshiha en Haifa. [ 11 ]

Israël blijft de regering van vrij Libanon, namens wie de SLA had geopereerd, onderdak bieden. De regering van vrij Libanon opereert sinds 2000 vanuit Jeruzalem, en beweert nog steeds de ware regering van Libanon zijn. [ citaat nodig ]

De organisatie in het veld[bewerken | brontekst bewerken]

Het SLA was georganiseerd in twee regio's (West-en Oost), elk met een eigen infanteriebrigade.
Elke brigade bestond uit drie bataljons en kleinere infanterieregimenten, de ondersteuningskracht omvatte verscheidene zware artillerie batterijen (155 en 130mm), onderverdeeld in de infanteriebataljons waar nodig. Er was tevens een gepantserd regiment van 55 tanks. De SLA bemande 46 locaties langs de voorkant (van Naqoura in het westen aan de oostelijke hellingen van de berg Hermon), terwijl het Israëlische leger 11 centra had, meestal in de achterste lijn. De SLA Veiligheidsdienst bestond uit 250 officieren en manschappen, belast met: • Contraspionage door krachten van buitenaf • Beveiliging van de grenzen Hierbij inbegrepen de veld en inlichtingendiensten, onderzoekers, inlichtings-analisten, administratief personeel, veiligheidsofficieren en bewakers.

Uitrusting[bewerken | brontekst bewerken]

Infantry weapons
Main battle tanks
Light tanks
Armoured cars
  • Panhard AML-90 90mm 4x4 ARVs (ex-Lebanese Army)
  • IAI/Ramta RAM-2V 4x4 ARVs
  • IAI/Ramta RBY-2 4x4 ARVs
Armoured personnel carriers
Anti-tank weapons
Artillery
Missiles
Anti-aircraft weapons
Logistic and engineering equipment
  • M113/M579 Fitter APC
  • M3 Half-truck Fitter-Eyal
  • M32 Super Sherman recovery tank
  • M50 Super Sherman Ambulance Tank
  • BTR-152 Fitter 6x6
  • BTR-152 6x6 towing APC
  • T-55 Instractor training tank
  • M50 Super Sherman Instructor training tank
  • IMI Nochri Mine clearing
  • IMI KMT
  • IMI Dozers (for MBTs/APCs)
  • M-325 Towing- command car
  • M54A2 truck with crane
  • M149 Trailer
  • M3 "Half-Track" compressor
  • M3 "Half-Track" Gichner Ramim communication APC
  • D-8H Bulldozer
Vehicles
Other Equipment
  • Tadiran Radio equipment
  • M845 SLS night vision equipment
  • Trainer seats for M50/T55
  • Projectors
  • Lighthouse
  • OR-201 helmets
  • M-1 Israeli helmets
  • OR-602 helmets (tank crew members)
  • Bulletproof vests
Aircraft
Helicopters
Patrol craft

Zie ook:[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

1 ^ Government of Free Lebanon in exile 2 ^ Amnesty International 3 ^ US State Department Congressional Testimony, June 25, 1997 4 a b Jerusalem Journal Israel's Withdrawal From Lebanon 5 ^ War on Lebanon Edited by Nubar Hovsepian Section 4 by Lara Deeb p 61 6 ^ Domont and Charrara, Le Hezbollah: un mouvement Islamo-nationaliste 7 ^ BBC News Bitter retreat for the SLA 8 ^ Palmer-Harek, Judith, Hezbollah: the Changing Face of Terrorism, London, IB Tauris. 9 ^ "Country Reports on Human Rights Practices". US State Department. 6 April 2001. Retrieved 2006-04-06. 10 ^ "Knesset okays grants to SLA families". Jerusalem Post. 6 April 2006. Retrieved 2006-04-06. 11 ^ http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3893238,00.html 12 ^ a b c d e f g h "Trade Registers". Armstrade.sipri.org. Retrieved 2013-06-20.

Bronvertaling:wikipedia: South_Lebanon_Army]]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ahron Bregman, Israel's Wars: A History Since 1947, Routledge, London 2002. ISBN 0-415-28716-2
  • Frédéric Domont and Walid Charrara, Le Hezbollah: un mouvement Islamo-nationaliste, Editions Fayard, Paris 2004. ISBN 2-213-62009-1 (in French)
  • Beate Hamizrachi, The Emergence of South Lebanon Security Belt, Praeger, New York 1984.
  • Harald List, Ein Land im Fadenkreuz: Der Südlibanon zwischen Armeen und Milizen, Freiburg (o.D., ca. 1991) (in German)
  • Harald List and Antoine Lahad, in ORIENT 2/88 S. 179-187.
  • Judith Palmer-Harek: Hezbollah: the Changing Face of Terrorism, IB Tauris, London 2003.
  • Moustafa el-Assad, Blue Steel 2: M-3 Halftracks in South Lebanon, Blue Steel Books, Sidon 2006.
  • Moustafa el-Assad, Blue Steel III: M-113 Carriers in South Lebanon, Blue Steel Books, Sidon 2007.
  • Moustafa El-Assad, Blue Steel IV: M-50 Shermans and M-50 APCs in South Lebanon, Blue Steel books, Sidon 2007.
  • Moustafa El-Assad, Civil Wars Volume 1: The Gun Trucks, Blue Steel books, Sidon 2008. ISBN 9953-0-1256-3

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

[[Category:Factions in the Lebanese Civil War]] [[Category:Military units and formations established in 1976]] [[Category:Military units and formations disestablished in 2000]] [[Category:Israeli–Lebanese conflict]] [[Category:Lebanese Civil War]] [[Category:Disbanded armies]]

  1. Government of Free Lebanon in exile
  2. a b c d e f g h Trade Registers. Armstrade.sipri.org. Geraadpleegd op 20 juni 2013.