Gebruiker:Chescargot/SCRAPS
Installaties[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Productie-installaties[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Broedeenheden
Nurserie
Groeizone
Koelkamer
Droogrekken
Klimatisering[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Belichting
Bevochtiging
Beluchting
Ozon
Ondersteunende installaties[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Electriciteitvoorziening
Watervoorziening
Uitgangspunten[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Capaciteitsbepaling
Het aantal slakken dat in een kwekerij past wordt bepaald door de kleinste waarde van het kruipoppervlak, uitgedrukt in vierkante meters, en voerbakken, uitgedrukt in strekkende meters.
De leefruimte van een slak wordt bepaald door het zogenaamde kruipoppervlak, ofwel het oppervlak waarop de slak leeft. Omdat de slak in alle posities op zijn gemak is kan deze oppervlak horizontaal, verticaal, geheld en ondersteboven zijn. Het materiaal kan steenachtig, hout, bladgroen, zijn, zolang het maar een enigszins stabiele standbasis vormt en het hygiënisch enigszins onder controle te houden is (dit geldt dus niet voor grond) en niet gebruikt wordt voor voeding of nesten. Als vuistregel voor een gezonde populatiedichtheid van slakken geldt een biomassa van 5 kilogram per vierkante meter. Wordt daar overeen gegaan, dan ontstaat overbevolking, hetgeen tot stres leidt bij het diertje. Stres leidt tot vertraagde en onregelmatige groei, ziekte en verhoogde sterfte onder de populatie. In de kweek wordt daarom gestreefd naar een productie dat leidt tot maximaal vijf kilogram biomassa per vierkante meter, omdat een hogere dichtheid niet rendabel is. Veel minder dan 5 kilogram biomassa per vierkante meter is weliswaar beter voor het dier, maar is ook minder rendabel en dus minder interessant voor de kweker. In de praktijk wordt 200 tot 400 segrijnslakken per vierkante als richtlijn voor een gezonde en rendabele dichtheid beschouwd.
Ter optimalisering van de hoeveelheid van het kruipoppervlak/voerbaklengte-ratio dat idealitair 1 is, zal gestreeft moeten worden naar een totale lengte aan voerbakken, uitgedrukt in strekkende meters hetzelfde is als het totale kruipoppervlak, uitgedrukt in vierkante meters.
Wanneer de groeibakken gevuld worden met jonge dieren (juvenielen) dienen hun aantallen afgemeten te zijn aan de maximale biomassa die binnen enkele maanden bereikt wordt bij het volgroeien van de diertjes. De hoeveelheid juvenielen dat per vierkante meter kruipoppervlak in de groeibakken geplaatst wordt, is berekend door de doelgestelde biomassa van volgroeide dieren te delen door het verwachte sterftecijfer. Dit sterftecijfer is een empirisch bepaald getal, dat varieert tussen ... en ..., afhankelijk van de leeftijd van de juvenielen, de kweekmethode en de omstandigheden. De hoeveelheden kunnen in zowel in aantallen als in kilogrammen berekend worden. In de praktijk is het laatste veel makkelijker uitvoerbaar door gebruik van een weegschaal. Maar aantallen zullen toch weer berekend moeten worden om de hoeveel ruimte aan voederlijnen te kunnen bepalen.
Als stelregel voor de hoeveelheid ruimte die voor voederbakken gereserveerd moet worden geldt de kleinste waarde van het
KengetallenGemiddeld gewicht Helix aspersa
Helix Müller | Maxima | |
---|---|---|
Sterftecijfer | ||
Nestgrootte | ||
Hoeveel eieren komen uit | ||
Hoeveel babysnails overleven | ||
Hoeveel juvenils overleven | ||
Hoeveel redden het tot volgroeiing | ||
Gewicht | ||
Eieren | ||
babies | ||
Juvenils | ||
Volwassenen | ||
Ontwerp[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Installaties[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Nursery
Nestbakken
Reproductiebakken
Groeibakken
Voederplanken
Productieplanning[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Reproductieberekening
Kweekproces/exploitatie[bewerken | brontekst bewerken][bewerken | brontekst bewerken]
Schoonmaak Voeding