Naar inhoud springen

Gebruiker:Levy Mestdag/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Ligue contre le racism et l’antisémitisme et Union des étudiants juifs de France vs. Yahoo! Inc. is een Franse rechtszaak bij het Hooggerechtshof van Parijs in 2000 over de online verkoop van nazi-artikelen op de veilingsite van Yahoo!. De Franse liga tegen racisme en antisemitisme daagde Yahoo! Inc. voor de rechter omdat ze beweerde dat dit in strijd was met de nationale wetgeving. De rechtszaak zorgde voor ophef in de media en controverse in de Verenigde Staten. Sommigen zagen het als censuur door een buitenlandse macht. Hoewel de oorspronkelijke beslissing Yahoo! enkel verplichtte om de verkoop van nazi-artikelen aan Fransen te voorkomen, besliste Yahoo! om de verkoop van deze artikelen volledig van de site te verwijderen

De LICRA beklaagde dat Yahoo! zijn online veilingdiensten aanbood voor de verkoop van nazi-spullen. De Franse Jood Marc Knobel had de artikelen eerder opgemerkt en gevraagd aan Yahoo! om dit van de site te verwijderen. Yahoo! deed dit niet omdat dit volgens hen een inbreuk was op het recht op vrije meningsuiting. De LICRA zei dat de verkoop van de artikelen in strijd was met artikel R645-1 van de Franse Strafwet. Die verbiedt de verkoop van nazi-gerelateerde goederen. De verdediging van Yahoo! wierp op dat deze zaken onder de jurisdictie van de Verenigde Staten vallen en dat er geen mogelijkheid was om Franse burgers selectief van de veiling weg te houden zonder het bedrijf in financiële moeilijkheden te brengen. Aldus vond de verdediging dat het Franse hof de zaak niet kon te behandelen. Ze baseerde zich op drie zaken:

  • de servers van Yahoo! Inc. zijn gelegen op het grondgebied van de Verenigde Staten,
  • de diensten die Yahoo! stelt zijn voornamelijk gericht op de inwoners van de Verenigde Staten,
  • het eerste amendement uit de Onafhankelijkheidsverklaring garandeert het recht op vrije meningsuiting.

Article R645-1

[bewerken | brontekst bewerken]

Artikel R645-1 van de Franse strafwet verbied het openbaar “dragen en tentoonstellen” van uniformen, emblemen en insignes die doen denken aan zaken gebruikt door:

  • een organisatie die als illegaal wordt aanzien door artikel 9 van de Neurenberg-wetten of door,
  • een persoon schuldig aan misdaden tegen de mensheid.

Het vertoon is toegestaan voor film, theater en tentoonstellingen.

Mogelijkheden van het Franse hof

[bewerken | brontekst bewerken]

Het hof oordeelde dat er genoeg linken bestonden om Frankrijk jurisdictie te geven om de klacht te behandelen. De voornaamste waren:

  • de verkoop van nazi-artikelen was opengesteld voor bieders uit alle landen, waaronder Frankrijk,
  • het vertonen en het bekijken van die artikelen zorgde in Frankrijk voor ophef en was verboden door de Franse strafwet,
  • Yahoo! Inc. was zich bewust dat de Franse burgers hun veilingsite gebruikten omdat hier Franse advertenties op te zien waren als de site geraadpleegd werd vanuit Frankrijk.

Oordeel van het Franse hof

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 22 mei 2000 bevestigde een tussentijds oordeel de illegale aard van de verkoop van nazi-artikelen. Een team van experten werd aangesteld om te zoeken naar een manier om voorvallen zoals dit te vermijden. Société Yahoo! France kreeg bevel om zijn gebruikers te waarschuwen voor een mogelijke overtreding van de Franse strafwet. Een verzoek om de links naar de veiling te verwijderen werd afgewezen. Op 22 mei 2000 kreeg Yahoo! Inc. het bevel om maatregelen te treffen zodat Franse inwoners geen toegang meer hadden tot de veiling van de nazi-artikelen op hun site. Yahoo! Inc. ging niet akkoord met de uitspraak. Indien Yahoo! er niet in slaagde om binnen drie maanden dit bevel uit te voeren, zou het hof hen een boete opleggen van 100.000 frank, zo’n € 15.244,90, per dag.

Voortgang in de Verenigde Staten

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 januari 2001 verklaart Yahoo! niet in te zullen gaan op de uitspraken van Frankrijk. Ze besluiten om de zaak voor de Amerikaanse districtsrechtbank van Californië te berechten om aan te tonen dat de Franse uitspraak niet geldig is op Amerikaanse bodem. Jurylid Jeremy Fogel zegt dat de bevindingen van het Hooggerechtshof van Parijs geen rekening houden met het eerste amendement uit de Onafhankelijkheidsverklaring. De beslissing wordt hierdoor als ongeldig aanzien. De LICRA legt deze uitspraak voor aan het U.S. Court of Appeals for the Ninth Circuit. Dit federaal gerechtshof dat handelt over jurisdictie maakt de beslissing van de districtsrechtbank ongedaan op 23 augustus 2004, omdat de rechtbank geen jurisdictie had om uitspraken te doen over buitenlandse organisaties zoals de LICRA.