Gebruiker:Lignomontanus/Poolse verkiezingen 2005 nieuw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Op 25 september 2005 wonden er in Polen parlementsverkiezingen plaats.

Door een toevallige samenloop van omstandigheden worden deze verkiezingen dit jaar met een tussenpoos van slechts enkele weken gevolgd door de presidentsverkiezingen.


Politieke aardverschuiving in Polen[bewerken | brontekst bewerken]

In tegenstelling tot de parlementsverkiezingen in Duitsland, die op een pat-situatie zijn uitgelopen, leverden die in Polen een duidelijke overwinnaar op.

De Polen hebben nog steeds de gewoonte om de zittende regeringspartij bij elke verkiezing een flinke afstraffing te geven. Dit maal was het de regeringspartij SLD, de Unie van Democratisch Links, de al lang tot de markteconomie bekeerde opvolger van de PZPR (Poolse Verenigde Arbeiderspartij = communistische partij), die gedecimeerd werd. En het waren de rechtse oppositiepartijen PiS (Recht en Rechtvaardigheid) en PO (Burgerplatform) die de duidelijke overwinnaars waren.

Uitslag:

Prawo i Sprawedliwosc (Recht en Rechtvaardigheid), 26,99 %, 155 zetels (rechts)

Platforma Obywatelska (Burgerplatform), 24, 14 %, 133 zetels (zeer liberaal)

Samoobrona (Zelfverdediging), 11,41 %, 56 zetels (ultra-populistisch)

Sojusz Lewicy Demokratycznej (Unie van Democratisch Links), 11,31 % , 55 zetels (sociaaldemocr.)

Liga Polskich Rodzin (Liga van Poolse Gezinnen), 7,97 %, 34 zetels (zeer conservatief-katholiek)

Polskie Stronnictwo Ludowe (Poolse Volkspartij), 6,96 %, 25 zetels (kleine boeren)

Duitse minderheid , 0,29 %, 2 zetels (grondwettelijk gegarandeerd)

Enkele andere partijen bleven onder het minimum van 5 % der stemmen, dat volgens de grondwet vereist is om een vertegenwoordiging te hebben in de Sejm, het Poolse parlement.

Bij deze resultaten moeten we bedenken dat de opkomst nauwelijks boven de 40% lag. De meeste Polen hebben de buik vol van de partijpolitiek, die in Polen een weinig aangename geur verspreidt.

De SLD, die bij de vorige verkiezingen 40% van de uitgebrachte stemmen en bijna de helft van de zetels in de Sejm (het voornaamste huis van het Poolse Parlement) had behaald, is dus de grote verliezer. Het aanzien van de partij was de afgelopen jaren ernstig geschaad door een aantal corruptieschandalen. In het SLD-kamp kon men zich echter nog gelukkig prijzen dat de partij niet onder de 5% grens gezakt is, die nodig is om in de Sejm te zijn vertegenwoordigd. Dat was het lot dat vier jaar geleden de toenmalige centrumrechtse regeringspartijen AWS (Verkiezingsactie Solidariteit) en UW (Vrijheidsunie) was beschoren.

Dat de rechtse oppositie de parlementsverkiezingen zou winnen, was al lange tijd een bijna vaststaand feit. Verrassend was wel dat in de eindspurt PiS het als overwinnaar gedoodverfde Burgerplatform heeft ingehaald.

Nu hebben de twee verkiezingsoverwinnaars zich gericht tot verschillende segmenten van de Poolse bevolking. Een belangrijk deel van de aanhang van Burgerplatform bevindt zich onder de 10% van de Poolse bevolking die het sterkst van de markteconomie heeft geprofiteerd en die graag een einde wil maken aan de relatieve stagnatie die de afgelopen 8 jaar is opgetreden bij de modernisering van het land, of onder personen die een reële hoop koesteren om aansluiting te vinden bij deze sociaal-economische voorhoede. "Recht en Rechtvaardigheid" richt zich veel meer tot de massa van het volk en spreekt dan ook simpele, populistische taal.


PiS is dus de grootste partij geworden en mag dus de premier leveren. Aanvankelijk was vastgesteld dat Jaroslaw Kaczynski, de partijleider, kandidaat zou zijn voor het ambt van premier, terwijl zijn tweelingsbroer Lech, die op dat moment burgemeester van Warschau was, kandidaat zou zijn voor het ambt van president.

Tot ieders verbazing kondigde Jaroslaw kort na de bekendwording van de verkiezingsuitslag aan dat niet hij, maar Kazimierz Marcinkiewicz, een tamelijk kleurloos partijlid, nu de PiS-kandidaat voor het premierschap zal zijn. Uit peilingen was bekend was dat veel Polen enigszins beducht zijn om de twee tweelinbroers zowel de premier- als de presidentszetel te laten bezetten. Jaroslaw Kazynski ziet daarom af van het premierschap om de kans te vergroten dat zijn broer Lech de presidentsverkiezingen zal winnen.

Presidentsverkiezingen (eerste ronde)[bewerken | brontekst bewerken]

In 2005 volgen de presidentsverkiezingen slechts enkele weken op de parlementsverkiezingen. Dat is zeker geen regel in de Poolse politiek, maar eerder een toevallige samenloop van omstandigheden. De mandaatsperiode van de president bedraagt namelijk vijf jaar, terwijl die van het parlement slechts vier jaar bedraagt, terwijl er bovendien altijd de mogelijkheid bestaat van vervroegde parlementsverkiezingen.

In de op 9 oktober gehouden eerste ronde behaalde Donald Tusk van Burgerplatform met 36,33% van de stemmen een kleine voorsprong op Lech Kaczynski van "Recht en Rechtvaardigheid" met 33,1%. Aangezien geen van de twee ook maar bij benadering de helft van de stemmen had ontvangen, was het duidelijk dat er over twee weken een tweede, beslissende ronde zou komen. De opkomst was duidelijk hoger dan bij de parlementsverkiezingen, maar ook dit maal iets lager dan 50%.

De twee andere kandidaten met een significant aantal stemmen in de eerste ronde waren Andrzej Lepper van "Samoobrona" met 15,11% en de sociaal-democraat Marek Borowski met 10,33%.


Presidentsverkiezingen (tweede ronde)[bewerken | brontekst bewerken]

De toon van de campagne - tussen toekomstige coalitiegenoten (!) - blijft bijzonder scherp. Een medewerker van Lech Kaczynski had onlangs het bericht verspreid dat de grootvader van Donald Tusk in de Tweede Wereldoorlog in de Duitse Wehrmacht had gediend, daarmee suggererend dat Jozef Tusk een landsverrader was geweest. Van de kant van Burgerforum werd meteen de werkelijke stand van zaken uit de doeken gedaan: zoals tienduizenden andere burgers uit het door Duitsland geannexeerde deel van Polen, was Jozef Tusk in september 1944 tegen zijn wil in de Wehrmacht ingelijfd en hij was bij de eerste gelegenheid - twee maanden later - gedeserteerd en naar de Geallieerden overgelopen. Lech Kaczynski was toen genoodzaakt om aan Donald zijn excuses aan te bieden en zijn campagnemedewerker ontslaan.


Lech Kaczynski wordt op 23 oktober gekozen als nieuwe president van Polen. De definitieve uitslag is dat hij 54,04% van de stemmen heeft behaald, tegen 45,96% voor Tusk.

Mislukking van de coalitiebesprekingen[bewerken | brontekst bewerken]

De coalitiebesprekingen lopen veel moeizamer dan Marcinkiewicz aanvankelijk deed voorkomen. Jan Rokita van Burgerplatform verwijt "Recht en Rechtvaardigheid" (PiS) dat het alle sleutelministeries voor zich opeist. Burgerplatform wil tenminste toch het Ministerie van binnenlandse zaken krijgen (waaronder politie en geheime diensten ressorteren).

En dan valt het verrassende bericht: de regering die premier-in-spe Marcinkiewicz binnenkort aan het parlement zal voorstellen, zal geen coalitieregering van PO en PiS zijn, maar een minderheidsregering van PiS alleen.

De nieuwe regering zal op 10 november 2005 het vertrouwen van het parlement vragen.

Een groot deel van de publieke opinie was perplex: maandenlang beloofden "Recht en Rechtvaardigheid" (PiS) en Burgerplatform (PO) de kiezer een kordate en stabiele coalitieregering, en nu waskrigen we dit! Beide partijen geven elkaar de schuld van het mislukken van de coalitiebesprekingen.

De regering Marcinkiewicz krijgt het vertrouwen van het parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de stemming in de Sejm kreeg de minderheidsregering van Marcinkiewicz het vertrouwen met 272 stemmen voor en 187 tegen. Voor stemden "Recht en Rechtvaardigheid" (PiS), Samoobrona, Liga van Poolse Gezinnen en de PSL. Tegen stemden de Unie van Democratisch Links (SLD) en Burgerplatform (PO).


Het eerste jaar van de "IVe Republiek"[bewerken | brontekst bewerken]

Jarolsaw Kaczynski spreekt graag van een "Vierde Republiek" om aan te geven dat de regering van zijn partij een nieuw begin is in de Poolse geschiedenis. Hij ziet dat nieuwe begin vooral in termen van terugdringing van de invloed van oud-communisten en verbetering van de openbare moraal.

Het is echter twijfelachtig of deze minderheidsregering veel zal kunnen bereiken. Pogingen om de parlementaire basis van de regering te verbreden hebben geleid tot veel turbulentie, maar weinig bestendigheid.

Allereerst werd duidelijk dat vrijwel geen parlementariërs van Burgerplatform zich lieten verlokken om hun steun te geven aan de nieuwe regering. Pogingen om Samoobrona en de Liga van Poolse Gezinnen te dwingen tot het geven van gedoogsteun, zonder deze partijen in de regering op te nemen, door te dreigen met vervroegde ontbinding van het parlement, liepen na enkele maanden ook op een mislukking uit.

Uiteindelijk zag Jaroslaw Kaczynski zich genoopt deze partijen als formele partners in een nieuwe meerderheidscoalitie op te nemen. Roman Giertych (leider van Liga van Poolse Gezinnen) werd minister van onderwijs en vice-premier, terwijl Andrzej Lepper (leider vanSamoobrona) minister van Landbouw en vice-premier werd. Kort daarop (op 1 juli 2006) trad Marcinkiewicz af als premier (om waarnemend burgemeester van Warschau te worden), waarna Jaroslaw Kaczynski zelf officieel regeringsleider werd.

De regelmatige ruzies tussen Jaroslaw Kaczynski en Andrzej Lepper doen echter serieuze twijfels rijzen aan de bestendigheid van deze coalitie.