Naar inhoud springen

Gebruiker:LouisCartier/Kladblok2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Nachtlawaai, ook wel nachtgerucht of nachtrumoer, is een vorm van geluidsoverlast die in het Belgisch strafrecht een overtreding uitmaakt.

Wettelijke bepalingen[bewerken | brontekst bewerken]

Strafwetboek[bewerken | brontekst bewerken]

Nachtlawaai is opgenomen in het Strafwetboek als een overtreding van de derde klasse.

Art. 561 Sw. 

Met geldboete van tien euro tot twintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot vijf dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft:
1° Zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord;

— Art. 561 Sw.[1]

VLAREM[bewerken | brontekst bewerken]

Als het gaat over elektronisch versterkte muziek, kan nachtlawaai in Vlaanderen ook als geluidsoverlast bestraft worden op grond van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM).

Art. 6.7.3, art. 6.7.4 en art. 5.32.2.2bis VLAREM II 

§1. In de inrichtingen vermeld in artikel 6.7.1 mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) en LAmax,slow 92 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau gemeten als LAmax,slow 92 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.
§2. Het geluidsniveau geldt op gelijk welke plaats in de inrichting waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden.
§3. Paragraaf 1 en 2 zijn niet van toepassing op private inrichtingen. Deze paragrafen zijn evenmin van toepassing op andere activiteiten, vermeld in artikel 6.7.1, op voorwaarde dat:
1° de muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt; en
2° het college, vermeld in punt 1°, de muziekactiviteit toelaat. Die toelating kan evenwel alleen gegeven worden indien het geluidsniveau in de inrichting LAeq,60min ≤ 100 dB(A) en de muziekactiviteit gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid. Indien de muziekactiviteit doorgaat in een feestzaal, lokaal of schouwspelzaal moet cumulatief aan de volgende criteria wordt voldaan:
a) maximaal 12 gelegenheden per jaar;
b) maximaal 2 gelegenheden per maand;
c) de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (in geval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden 2 kalenderdagen geteld).
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat met een geluidsniveau van > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min, zijn de bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis, §1, 1°, 2° en 3°, van toepassing.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat met een geluidsniveau van > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min, zijn de bepalingen vermeld in artikel 5.32.2.2bis, §2, van toepassing met uitzondering van de verplichting tot het opmaken van een geluidsplan.
Muziekactiviteiten met een geluidsniveau in de inrichting > 100 dB(A) LAeq,60min zijn verboden.
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt, kan beperkende maatregelen opleggen, bijvoorbeeld voor het maximaal toegelaten geluidsniveau of voor de duur van de muziekactiviteit.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in paragraaf 3, toelaat overeenkomstig punt 2, zijn de bepalingen vermeld in artikel 6.7.4 niet van toepassing.

— Art. 6.7.3 VLAREM II[2]

§1. De muziekactiviteiten, vermeld in artikel 6.7.1, moeten zo ingericht zijn dat de LAmax,slow gemeten in de buurt:
1° niet hoger is dan 5 dB(A) boven de LA95,5min, indien deze lager is dan 30 dB(A);
2° niet hoger is dan 35 dB (A) indien de LA95,5min ligt tussen 30 en 35 dB(A);
3° niet hoger is dan de LA95,5min indien die hoger is dan 35 dB (A).
LA95,5min wordt gemeten bij uitschakeling van alle muziekbronnen.
§2. De bepalingen van paragraaf 1 zijn niet van toepassing op de muziekactiviteiten, vermeld in artikel 6.7.1, op voorwaarde dat het college van burgemeester en schepenen toelating heeft verleend overeenkomstig artikel 6.7.3, §3.
§3. De metingen worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen voor binnenshuis, vermeld in artikel 2 en 3 van bijlage 4.5.1.

— Art. 6.7.4 VLAREM II[2]

Maximaal geluidsniveau in de inrichting
§1. Muziekactiviteiten met een maximaal geluidsniveau > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min:
1° het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht;
2° het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis;
3° op initiatief en op kosten van de exploitant wordt ofwel LAeq,15min, ofwel LAmax,slow continu gemeten door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon.
De verplichting tot het meten van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo is afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis;
4° In afwijking van punt 1° mag het maximaal geluidsniveau LAeq,15min 95 dB(A) overschreden worden, op voorwaarde dat:
a) de muziekactiviteit voorafgaand is aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsgrijpt; en
b) het college, vermeld in a), de muziekactiviteit toelaat. Die toelating kan evenwel alleen gegeven worden indien de muziekactiviteit:
1) doorgaat tussen 12u en 0u en maximaal 3u duurt; per dag kan maximaal 1 periode van 3u toegelaten worden;
of
2) gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid en doorgaat in een feestzaal of lokaal waarin cumulatief aan de volgende criteria wordt voldaan:
- maximaal 12 gelegenheden per jaar;
- maximaal 2 gelegenheden per maand;
- de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (in geval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden twee kalenderdagen geteld).
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit, vermeld in het voorgaande lid, toelaat zijn de bepalingen, vermeld in paragraaf 2, van toepassing met uitzondering van de verplichting tot het opmaken van een geluidsplan.
Als het college van burgemeester en schepenen de muziekactiviteit toelaat overeenkomstig punt b), 2) zijn de bepalingen vermeld in hoofdstuk 4.5 niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin de muziekactiviteit plaatsvindt, kan beperkende maatregelen opleggen, bijvoorbeeld voor het maximaal toegelaten geluidsniveau of voor de duur van de muziekactiviteit.
§2. Muziekactiviteiten met een maximaal geluidsniveau > 95 dB(A) LAeq,15min en ≤ 100 dB(A) LAeq,60min:
1° het maximaal geluidsniveau mag LAeq,60min 100 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAeq,15min 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht;
2° het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis;
3° op initiatief en op kosten van de exploitant wordt LAeq,60min continu gemeten en geregistreerd door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau wordt gemeten ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage 5.32.2.2bis. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon.
De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand.
De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo wordt afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis.
4° de exploitant neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade:
a) het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik; en
b) het opmaken van een geluidsplan om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren in geval van permanente geluidsinstallaties die tot de inrichting behoren. Het geluidsplan moet ten minste de volgende gegevens bevatten:
1) de optimale opstelling en keuze van de luidsprekers rekening houdend met een zo efficiënt mogelijke verdeling van het geluid;
2) de meetplaats;
3) het geluidsniveau ter hoogte van de meetplaats en ten minste vier andere beoordelingsplaatsen;
4) de plaats waar het geluidsniveau geregeld wordt;
5) de plattegrond op schaal van de volledige ruimte die toegankelijk is voor het publiek.
Het geluidsplan wordt opgemaakt door een milieudeskundige die erkend is in de discipline geluid en trillingen. Dat plan maakt in voorkomend geval deel uit van het akoestische onderzoek, vermeld in artikel 5.32.2.3, §1. Het geluidsplan is aanwezig in de inrichting en ligt ter inzage van de toezichthoudende overheid.
§3. Muziekactiviteiten met een geluidsniveau in de inrichting > 100dB(A) LAeq,60min zijn verboden.

— Art. 5.32.2.2bis VLAREM II[2]

Nacht[bewerken | brontekst bewerken]

Nachtlawaai in rechtspraak van het Hof van Cassatie[3]

tussen 22u en 6u[4]