Gebruiker:ScribentNisipae/Kladblok

De molenaarsfamilie Aerden

Jacobus Aerden, geboren te Westmalle op 13 april 1777 en overleden te Kalmthoutse Hoek op 20 juli 1864, bouwde in 1811 een molen in Wouw. Daarmee werd hij de stamvader van verschillende generaties molenaars die actief waren in de grensstreek van West-Brabant en Antwerpen.

Afkomst

Jacobus was afkomstig uit een Vlaamse familie die meerdere generaties in Brecht woonde. Zijn ouders waren Leonardus Jacobus Aerden en Jacomina Mathijs Vorselmans. De oudste kinderen uit dit gezin werden geboren in Kalmthout. Maar het gezin verhuisde naar Westmalle waar Jacobus werd geboren. De jonge Jacobus was als bakker werkzaam in Kalmthout. Hij trouwde daar op 3 november 1799 met Maria Elisabeth Capiteijns. Zij was geboren te Kalmthout op 17 maart 1781 en dochter van Gerardus Capiteijns en Anna Elisabeth Hereijgers. Dat de echtelieden zo jong trouweden had een special reden: gehuwde mannen waren vrijgesteld van inlijving bij de Franse troepen. Het huwelijk werd voltrokken door een pater Wilhelmiet uit Huijbergen. Uit het huwelijk van Jacobus en Maria Elisabeth werden zestien kinderen geboren, zes zoons en tien dochters. Vier zoons zetten het vak van molenaar voort. De jongste zoon werd priester en vertrok als missionaris naar de westkust van de Verenigde Staten van Amerika.

Kinderen

Uit het huwelijk van Jacobus en Maria Elisabeth werden de volgende kinderen geboren:

1. Anna Elisabeth, geboren te Wuustwezel
2. Gerardus Josephus, geboren te Wuustwezel 27 maart 1803, overleden te Wouw 18 oktober 1870
3. Johannes Franciscus, geboren te Wuustwezel 1806, overleden te Kalmthoutse Hoek 1830
4. Antonius Isabella, geboren te Wouw 25 mei 1817, overleden te Antwerpen 5 december 1868
5. Petrus Ludovicus, geboren te Wouw 3 februari 1819, overleden te Wouw 3 februari 1819
6. Johannes Ludovicus, geboren te Wouw 23 december 1819, overleden te Nispen 4 april 1896
7. Petrus Leonardus, geboren te Wouw 30 oktober 1821, overleden te Kalmthoutse Hoek 12 november 1876
8. Hendrikus Jacobus, geboren te Wouw 14 maart 1823, overleden te San Francisco 2 maart 1896
9. Maria Catharina, geboren te Wouw 2 september 1824, overleden te Wouw 24 oktober 1824
10. Maria Catharina, geboren te Wouw 28 juli 1826, overleden te Sprundel 30 maart 1904

Bouw van een molen te Wouw

Petrus Aerden, een broer van Jacobus en werkzaam als bakker en landbouwer in Essen, kreeg op 22 maart 1811 toestemming om een windmolen te bouwen op een perceel in Wouw dat bekend stond als Oude molenbergh. Beide broers werden eigenaar van de molen maar het was Jacobus die als molenaar en meelverkoper aan de slag ging. De molen brandde geheel af op 21 oktober 1824. Alleen de stenen muren bleven zwaar gehavend behouden. Naast schade aan het gebouw zelf was er ook schade door aanwezige goederen, waaronder een grote hoeveelheid schors, boekwijt en lege graanzakken. De gebroeders Aerden namen het initiatief tot herbouw van de molen. Zij dienden op 2 april 1825 een verzoek in bij de gemeenteraad van Wouw om een oven te mogen oprichten. Daarmee konden stenen worden gebakken op de molen opnieuw op te bouwen. De huidige molen De Arend. In november 1825 was de molen nog in aanbouw. De molen werd toen aangeduid als Den Steenen Molen. De naam De Arend is pas later in gebruik gekomen en mogelijk afgeleid van de familienaam Aerden.

Aankoop molen Essen-Hoek

In 1823 kocht Jacobus Aerden de al bestaande molen op Hoek. In die tijd nog behorende bij de gemeente Kalmthout en daarom bekend als Kalmthoutse Hoek (nu Essen-Hoek). Tweede zoon Johannes Franciscus Aerden werd molenaar op deze molen tot zijn overlijden in 1830. Jacobus nam de taken over totdat zijn zoon Petrus Leonardus oud genoeg was om de molenaarswerkzaamheden zelfstandig op te pakken. Vijf jaar na de aankoop van de molen kocht Jacobus de nabij gelegen hoeve Creijtenborg, oorspronkelijk een hoeve van de Wilhelmieten uit Huijbergen. Hij ging de boerderij niet zelf bewonen maar verpachtte die.