Naar inhoud springen

Gebruiker:Stunteltje/Kladblok/Rijndam (schip, 1901)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Rijndam (1901)


Rijndam 1Werf: Harland & Wolff.

Br. tonnage: 12.527 ton

LxBxD: 170,90 x 18,90 x 13,77 m.

Snelheid: 15 knopen

Passagiers: 1e:283, 2e: 252, 3e: 1928. Bemanning: 266

Het contract met de werf werd op 18 april 1897 getekend. De kiel werd op 23 november 1899 onder bouwnummer 336 gelegd. Op 18 mei 1901 werd het schip te water gelaten. 3 Oktober 1901 vond de proefvaart plaats met aan boord alle directieleden van de Holland-Amerika Lijn. Tijdens deze proefvaart vond ook de overdracht plaats.

De maidentrip van Rotterdam naar New York ving aan op 10 oktober 1901. Het interieur en het exterieur werden door verbouwingen diverse malen gewijzigd. Ook de passagiersaccomodatie veranderde door deze verbouwingen in respectievelijk 1906, 1910, 1912en 1925. In 1912 werden op het achterschipeen aantal reddingsloepen bijgeplaatst. Ook de tonnenmaatwijzigde hierdoor.

De Eerste Wereldoorlog is het schip niet zonder schade doorgekomen. Tijdens de terugreis van New York naar Rotterdam is het schip op 18 januari 1916 opde Noordzee op een mijn gelopen die was gelegd door de Duitse onderzeeboot UC1, en liep daardoor grote schade op maar kon de reis op eigen kracht voortzetten.

In Engeland werd een noodreparatie gedaan, waarna het s.s. Rijndam in de thuishaven Rotterdam werd gerepareerd. De eerste reis na deze reparatie werd het schip voor de Amerikaanse kust aangevaren en liep daardoor schade op die in New York werd gerepareerd. Op 21 maart 1918 werd het schip door de Amerikaanse regering in beslag genomen en in beheer gegeven bij de Emergency Fleet Corporation en na een verbouwing tot troepenschip in dienst gesteld bij de US Navy als 2505. Het schip vervoerde onder Amerikaanse vlag ruim 17.319 militairen.

Op 22 oktober 1919 werd het schip aan de maatschappij teruggegeven en op de werf van Wilton weer tot passagiersschip verbouwd. Op de eerste reis na de verbouwing, op weg naar New York, had het schip een aanvaring zodat het bij aankomst in New York direct weer in het droogdok kon worden gezet. In de naoorlogse jaren is het schip diverse malen verbouwd, waarbij zowel het in-als het exterieur flink veranderde. Daarbij hoorde ook het plaatsen van meerdere reddingsloepen op het achterschip omdat de passagiersaccomodatie was uitgebreid. Het Amerikaanse Chapman College University charterde het schip diverse malenom met de studenten een wereldstudiereis te maken. Op 15 december 1928 werd een overeenkomst getekend met de Nederlandse sloopwerf N.V. Frank Rijsdijk’s Industrieele Ondernemingen te Hendrik Ido Ambacht om het schip aldaar te slopen. In mei 1929 werd het s.s. Rijndam in HendrikIdo Ambacht gesloopt.