Gebruiker:TheNk22/Nederlandse Ambassade in Maputo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nederlandse Ambassade in Mozambique
Het gebouw in 2014
Locatie
Locatie Avenida Kwame Nkrumah 324, Maputo
Coördinaten 25° 58′ ZB, 32° 36′ OL
Status en tijdlijn
Status In gebruik
Start ontwerp 1987
Start bouw 1999
Bouw gereed 2004
Bouwinfo
Architect Kees Kaan
Eigenaar Ministerie van Buitenlandse Zaken
Detailkaart
TheNk22/Nederlandse Ambassade in Maputo (Mozambique)
TheNk22/Nederlandse Ambassade in Maputo
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

Het gebouw van de Nederlandse Ambassade in Mozambique is ontworpen door Kees Kaan, toentertijd van het architectenbureau Claus en Kaan architecten.[1] Het ontwerp is orthogonaal en op het zuiden gericht, maar het glasoppervlak is beperkt om hitteoverlast te voorkomen.

Krantje[bewerken | brontekst bewerken]

Op de Avenue Nkrumah in Maputo, de hoofdstad van Mozambique, springt de nieuwbouw van Nederland er meteen uit. De andere ambassades in deze wijk zien er saai uit. Zo niet de Nederlandse: de binnenplaats is origineel, met open hemelwaterafvoeren die in de regentijd voor een heuse waterval zorgen. Er is keramiek te zien van kunstenaar Peter Kusters – eendenkoppen die uit de muur komen, kikkers, knotwilgen en wandtegeltjes. De beelden zorgen voor een vrolijke Hollandse noot. De binnenhal heeft wat weg van het nieuwe Tweede-Kamergebouw, en natuurlijk hangt hier ook een groot schilderij van koningin Beatrix.

„Het is alsof elke dag twee uur langer duurt. Vanaf de eerste dag was het fantastisch om hier te werken”, zegt ambassadeur Lidi Remmelzwaal in haar werkkamer in Maputo. In het oude ambassadegebouw zag ze haar collega’s soms dagen niet. „Door alle glaswanden is de communicatie beter. Toch straalt het gebouw vooral rust uit. We zitten tussen drie grote scholen. Duizenden kinderen zwermen hier dagelijks rond, maar dat geluid wordt heel erg gedempt.”

In 2004 is de ambassade, gebouwd door het bekende Nederlandse architectenbureau Claus en Kaan, opgeleverd. De reacties waren lovend en het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) wijdde er zelfs een boek aan. Het denkwerk begon in 1998, en voor architect Kees Kaan was het een eerste kennismaking met werken in Afrika. In zes jaar tijd reisde hij zo’n 25 keer naar Maputo, de hoofdstad van Mozambique.

In Nederland worden veel woningonderdelen gestandaardiseerd aangeleverd om kosten te besparen. Maar in Afrika is arbeidsloon geen punt. „Dus kun je daar details mooi laten afwerken, wat in Nederland veel te duur zou zijn”, zegt architect Kaan telefonisch vanuit Rotterdam. „Let maar op de schelpjes in het beton in de tuin en de decoraties op de muren, het met de hand gepolijste beton. Ook zijn alle kozijnen op de bouwplaats gelast.” Kaan genoot van de totaal andere bouwcultuur, waarbij veel nog kan en inventiviteit ook hard nodig is om problemen te overwinnen: „Eerst ziet het er heel ruw uit, en met plakken en stucwerk wordt het dan nog wat. Die mix geeft het gebouw een aparte sfeer: van buiten ziet het er heel strak uit, van dichtbij zie je het handwerk.”

Tot verbazing van de architect werd het bestek zonder één aanmerking geaccepteerd, waar in Nederland vaak elk detail ter discussie staat. Maar bij de uitvoering kwam de weerstand wel: bij de douane inklaren van kogelvrij glas duurde weken, en er werden grove maatfouten gemaakt, die overigens inventief hersteld werden. „Omdat import vaak te duur was, heb ik lang gezocht naar het beste beton en het mooiste hardhout in Mozambique.”

Gekozen is voor shamfuta. Het komt terug in het interieur, in sommige meubels, en in het grote hek dat de tuin omlijst. Sommige inwoners van Maputo gruwen van het hek, en denken dat het voor de veiligheid is. Maar volgens de ambassadeur klim je er zo overheen: „Ik vind het ook niet grijzig. Ik hou juist van hout dat werkt”, zegt ze over het shamfuta dat in de buitenlucht van roodachtig donkerbruin verandert in lichtgrijs.

Gevraagd naar haar favoriete deel van de ambassade, noemt Remmelzwaal de trappen: „Het licht daar, het vele hout en die hele lange ramen zijn prachtig.” Toch zijn alle ’Hollandse’ ramen ook her en der een valkuil. Er is inmiddels op de kamers luxaflex aangebracht omdat er te veel licht op de computerschermen viel. Twee uur per dag bleek er in de zomer felle zon op te staan. De Rotterdammers die uitgebreid de ’zonlichttoetreding’ berekend hadden, reageerden vol ongeloof: ’Dat kan niet’. Daarnaast vinden sommige medewerkers hun glazen werkkamers té transparant. Een enquête moet uitwijzen of er stroken folie geplakt zullen worden. Van Remmelzwaal hoeft het niet, „maar soms moet de esthetiek wijken voor de arbeidsomstandigheden”.

Architect Kees Kaan is benieuwd hoe de bomen op de binnenplaats, rode flamboyanten, het doen. Ooit zullen ze een natuurlijk dak boven de tuin vormen. Maar nu zijn ze nog lang niet zo hoog als het gebouw. Remmelzwaal: „Ik heb Kees dit jaar wel foto’s gemaild, omdat ze voor het eerst bloeiden.”

Op de vraag of de Nederlandse ambassade past in Maputo, antwoordt de (blanke) Mozambikaanse architect José Forjaz dat’ ’alles past’. „Wij hebben geen echt eigen stijl. Afrika onder de Sahara kent geen stedelijke architectuur.”

In de ambassade ziet Forjaz ’veel kwaliteiten’. „Het draagt zeker bij aan een verandering ten goede.” Een minpunt noemt hij de achtergevel. „De lange ramen over twee verdiepingen aan de noordzijde (Maputo ligt ten zuiden van de evenaar, red.) laten hier zomers veel te veel zonlicht binnen.” Typisch Nederlands aan het gebouw noemt Forjaz de transparantie.

De Mozambikaanse architect is een beetje nukkig dat zijn land de laatste jaren wordt overspoeld door buitenlands kapitaal. Forjaz stelt dat de architectonische omgeving er wordt bepaald door de cliënten, en niet door architecten, zoals in Nederland. „Een gebouw moet rijkdom uitstralen, soms zelfs terwijl het niet eens duur is.” Van de elite in eigen land heeft hij niet zo’n hoge pet op. „De rijken hebben geen cultuur. Voor de esthetiek is dat erg negatief. Zij willen hun macht laten zien, en halen hierheen wat ze van elders kennen, zoals belachelijke benaderingen uit Dubai.” [2]

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]