Guercœur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Albéric Magnard (1865-1914)

Guercœur is een opera in drie bedrijven door de Franse componist Albéric Magnard op eigen libretto.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De opera is tijdens Magnards leven niet opgevoerd, maar de derde acte ging op 23 februari 1908 concertant in première in de Salle Poirel in Nancy onder leiding van Joseph Guy Ropartz. De tweede acte volgde op 18 december 1910, eveneens concertant, in het Théâtre de Chatelet in Parijs onder leiding van Gabriel Pierné. Hierbij leidde Pierre Monteux het koor.

Het complete werk werd pas op 24 april 1931, zeventien jaar na Magnards dood, geënsceneerd in de Opéra national de Paris, hoewel het grotendeels geschreven was tussen 1897 en 1901. De componist stierf toen hij zijn huis probeerde te verdedigen tegen de invallende Duitsers aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914, waarbij de partituur deels vernietigd werd toen de Duitsers het huis in brand staken. Magnards vriend Ropartz, die in 1908 de derde acte had gedirigeerd in Nancy, reconstrueerde aan de hand van het wel aanwezige pianouittreksel uit zijn geheugen de partituur, zodat de opera opgevoerd kon worden. De muziek toont invloed van Richard Wagner en César Franck.

Rollen[bewerken | brontekst bewerken]

Rol Stemtype Premièrecast
Dirigent: François Ruhlmann
Guercœur bariton Arthur Endrèze
Heurtal tenor Victor Forti
Giselle sopraan Marisa Ferrer
La Verité sopraan Yvonne Gall

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Guercœur, de wijze heerser van een middeleeuwse stadstaat, is in de strijd gevallen terwijl hij zijn volk probeerde te verdedigen. In de hemel smeekt hij terug te mogen keren naar de aarde om zijn stad te redden. Zijn wens wordt ingewilligd, maar hij ontdekt dat zijn beste vriend, Heurtal, de minnaar van zijn weduwe, Giselle, is geworden, en van plan is als despoot te gaan heersen nadat hij met haar getrouwd is. Geschokt probeert Guercœur de mensen ervan te overtuigen de corruptie neer te slaan, maar ze worden steeds bozer op hem, en uiteindelijk wordt hij vermoord. Gedesillusioneerd door de mensheid keert hij terug naar de hemel, waar hij begroet wordt door de godin van de waarheid. Zij verzekert hem dat, ondanks de zwakheden van de mensheid, er in de toekomst een grote era voor is weggelegd.

Opnames[bewerken | brontekst bewerken]