Gustaaf II Adolf-suite voor orkest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gustaaf II Adolf-suite voor orkest
Gustav II Adolf-svit för orkester
Componist Hugo Alfvén
Soort compositie suite
Gecomponeerd voor symfonieorkest
Opusnummer 49
Andere aanduiding Rudén 121
Compositiedatum juli-november 1932
Première 6 november 1932
Duur 36 minuten
Vorige werk Rudén 120: Dalarnarapsodie
Volgende werk Rudén 122: Trindskallar ä vi allihopa
Oeuvre Oeuvre van Hugo Alfvén
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

De Gustav II Adolf-suite voor orkest is een compositie van Hugo Alfvén.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Op 6 november 1932 herdacht Zweden de 300ste sterfdag van Gustaaf II Adolf van Zweden, hij stierf op het slagveld van de Dertigjarige Oorlog. De festiviteiten zouden gepaard gaan met een theatervoorstelling in de Koninklijke Opera in Stockholm. Alfvén zag wel wat in die voorstelling, want zowel liefde als strijd kwamen erin voor. Toen hij echter de stukken zag, was hij direct teleurgesteld. Hij vond het maar matig en wendde zich tot de geschiedenisboekjes voor inspiratie.

Hugo Alfvén gaf zelf leiding aan het gezelschap en de Hovkapellet op 6 november maar kon niet voorkomen dat het een sof werd. De zaal stond af en toe blauw van de rook (van kanonnen) en de zaal was uitermate rumoerig. Het grootste deel van de kijkers waren schoolkinderen. Het toneelstuk verdween daarna in de bureauladen. Alfvén had echter zo zijn best gedaan op de muziek, dat hij dacht dat een suite een goed idee zou zijn. Hij bleek gelijk te hebben. Naast zijn symfonieen is het zijn populairste werk geworden.

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

De suite bestaat uit de volgende delen:

De Bourrée en de Elegie worden soms ook losstaand uitgevoerd.

Alfvén schreef de suite voor:

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]