Géza Gárdonyi

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Géza Ziegler
Géza Gárdonyi
Algemene informatie
Pseudoniem(en) Géza Gárdonyi
Geboren 3 augustus 1863
Geboorteplaats Agárd
Overleden 30 oktober 1922
Overlijdensplaats Eger
Land Vlag van Hongarije Hongarije
Beroep schrijver
(en) IMDb-profiel
Website
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Hongarije

Géza Ziegler, ook bekend onder het pseudoniem Géza Gárdonyi (Agárd, 3 augustus 1863Eger, 30 oktober 1922), was een Hongaars schrijver. Hij verwierf in de jaren 1890 faam met de reeks Göre Gábor, waarin hij het boerenleven in een lachspiegel toonde.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Géza Ziegler werd geboren in de Agárdpoesta bij het Velencemeer als zoon van Sándor Ziegler, werktuigkundige op een landgoed, en Terézia Nagy. De familie verhuisde in zijn kindertijd niet minder dan 12 keer. Zo begon hij aan de lagere school te Sály (1870-1873), maar volgde het laatste jaar (1873-1874) in Hejőcsaba, thans een deel van Miskolc.

Zijn middelbareschooltijd bracht hij door aan het internaat van Sárospatak (1874-1876) en aan het gereformeerde gymnasium op het Kálvinplein te Pest (1876-1878). Hij was hulpleraar te Karád (1881-1882), waar hij zijn diploma haalde, daarna te Devercse (1882-1883), Sárvár (1883-1884) en Dabrony (1884-1885), waar hij cantor-organist en leraar werd.

In 1885 trad hij in een ongelukkig huwelijk met Mária Molnár. In 1892 zouden ze scheiden.

Te Győr was hij medewerker van de publicaties Hazánk, Győri Közlöny en Győri Hírlap. In 1886 stichtte hij Tanítóbarát ("leraarsvriend"), een maandblad over onderwijspolitiek. Hij was redacteur van het satirische tijdschrift Garabonciás Diák, eveneens te Győr. Zijn novellen en gedichten verschenen in de bladen te Boedapest. Hij was medewerker aan de tijdschriften Szegedi Hírmondó (1899), Szegedi Napló (1890-1891) en Arad és vidéke (1891). In de herfst van 1891 trok hij naar Pest en werd, met de hulp van Sándor Bródy, secretaris van het panorama-bedrijf van Árpád Feszty. In 1891 won hij de prijs van de Műbarátok Köre ("Kring van de kunstvrienden") met zijn libretto Argyrus. Van 1892 tot 1897 was hij medewerker van het dagblad Magyar Hírlap, waarin hij ook artikels over muziek schreef. In 1897 verhuisde hij met zijn moeder naar Eger.

Sinds 1898 was hij lid van het Petőfi-genootschap en het Natuurwetenschappelijk genootschap. Met kerstmis 1899 begon in de Pesti Hírlap de historische roman Egri csillagok ("sterren van Eger") in afleveringen te verschijnen. Deze roman, waarmee hij wereldberoemd werd, vertelt de succesvolle weerstand van de burchtstad Eger, in 1552, tegen een overmachtig Turks aanvalsleger.

In 1900 en de daaropvolgende jaren reisde hij vaak naar Frankrijk en andere West-Europese landen. In 1902 weigerde het Kisfaludy-genootschap zijn kandidatuur. In 1903, toen hem het lidmaatschap ten slotte werd aangeboden, weigerde hij zelf. Vanaf 1910 was hij corresponderend lid van de Hongaarse Academie voor Wetenschappen MTA, vanaf 1920 erelid. In 1918 werd hij op verzoek van Zsigmond Móricz lid van de Vörösmarty-Academie. In 1919 stelde hij zijn kandidatuur als erevoorzitter van de Hongaarse Schrijversbond, maar werd niet verkozen.

Hij werd begraven in het Bebek-bastion van de burcht van Eger. Thans is zijn huis te Eger een herdenkingsmuseum.

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Gárdony is een deel van Agárd.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Een groot deel van zijn werk is in de Hongaarse versie online beschikbaar:

Zie de categorie Géza Gárdonyi van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.