Naar inhoud springen

HMS Queen Elizabeth (2017)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Zandcee (overleg | bijdragen) op 18 dec 2019 om 17:41. (F-35 op schip geland)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(en)
HMS Queen Elizabeth (2017)
HMS Queen Elizabeth op zee
HMS Queen Elizabeth op zee
Geschiedenis
Besteld 20 mei 2008
Werf BAE Systems
Thales Group
Babcock Marine
Kiellegging 7 juli 2009
Gedoopt 4 juli 2014
In de vaart genomen 7 december 2017
Thuishaven Portsmouth
Algemene kenmerken
Lengte 280 meter[1]
Breedte 39 meter (op waterlijn)
70 meter (maximaal)[1]
Diepgang 11 meter
Hoogte 56 meter[1]
Deplacement 65.000 ton[1]
Voortstuwing en vermogen 2x Rolls-Royce MT30 gasturbines
2x schroeven elk met een gewicht van 33 ton[1]
Vaart 25 knopen / 46 km/u[1]
MMSI 235107775
Bereik 8000-10.000 zeemijl (19.000 kilometer)[1]
Bemanning 679 en
250 mariniers
Bewapening Phalanx CIWS 20mm-kanonnen
Vliegtuigen en faciliteiten maximale capaciteit 40:
max 36 F-35 Lightning II
4 helikopters
Portaal  Portaalicoon   Maritiem
Tekening van het vliegdekschip

HMS Queen Elizabeth (R08) is het eerste van twee vliegdekschepen van de Queen Elizabeth-klasse. Het zusterschip wordt de Prince of Wales. De schepen zijn op dit moment in aanbouw en het eerste wordt in 2017 in de vaart genomen. Het worden de grootste schepen van de Britse marine.

Bouwers

De Queen Elizabeth wordt gebouwd op de Rosyth scheepswerf in Fife. De bouw is in handen van diverse aannemers die zich in 2003 in het Aircraft Carrier Team verzamelden. Hierin zaten Thales Groep, BAE Systems en het Britse ministerie van Defensie. In 2005 kwamen daar Babcock en VT Group bij en de naam van het samenwerkingsverband werd gewijzigd in Aircraft Carrier Alliance. VT Group heeft later zijn scheepsbouwactiviteiten aan BAE Systems verkocht en de overige onderdelen aan Babcock. Babcock is de eigenaar van de scheepswerf in Rosyth, Schotland, waar de vliegdekschepen worden geassembleerd.

Bouwkosten

Bij het tekenen van het eerste contract in juli 2008 werden de bouwkosten getaxeerd op £3,9 miljard.[2] In oktober 2010 werd dit naar boven bijgesteld tot £5,2 miljard en in november 2013 was het gestegen tot £6,2 miljard. Verdere overschrijdingen worden gedeeld door het ministerie en het bouwconsortium.[2]

Vliegtuigen

De schepen van de klasse hebben een capaciteit om maximaal 36 SVTOL vliegtuigen en vier helikopters mee te nemen. De vliegtuigen zijn van het type F-35 Lightning II en het type helikopter hangt nauw samen met de taak die zij moeten vervullen. In vredestijd zal het aantal vliegtuigen 12 of 24 bedragen. Het schip kan 250 mariniers meenemen voor operaties. Er zijn zes plaatsen op het dek voor de helikopters om de mariniers naar het land te vervoeren. Op 28 september 2018 landde de eerste F-35 op het vliegdekschip.[3]

Start proefvaarten

Eind juni 2017 vertrok de Queen Elizabeth voor haar eerste proefvaart op de Noordzee.[4] De bouw startte in 2009 en tijdens de bouw zijn er problemen gerezen die de oplevering hebben vertraagd en de bouwkosten boven het budget hebben gedrukt. Na zes weken keert het schip terug naar Rosyth voor de laatste aanpassingen.[4] Later dit jaar vertrekt ze naar de thuishaven Portsmouth.[4] In 2018 komen de eerste vliegtuigen aan boord en in 2020 zal het schip volledig operationeel zijn.[4]

In december 2017 werd bekend dat er ernstige tekortkomingen waren aan het schip. Zo is er een lek door een defecte afsluiting rond een aandrijfschroef, waardoor er per uur 200 liter water het schip binnenkomt. Het schip zal gerepareerd worden.[5]

Zie de categorie Queen Elizabeth class aircraft carriers van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.