Bij zijn olympisch debuut, bij de Spelen van Parijs (1924), eindigde Van Senus als vijfde met de nationale ploeg. Vier jaar later, toen Amsterdam het toneel was van de Olympische Spelen, werd hij met de Nederlandse selectie uitgeschakeld in de tweede ronde. Zijn drie jaar jongere broer Piet nam als zwemmer deel aan de Spelen van Parijs, en werd daar voortijdig uitgeschakeld op de 100 meter rugslag.