Hendrik Botterweg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Japiobot (overleg | bijdragen) op 10 mei 2014 om 12:46. (link van dp naar juiste pagina, replaced: Provinciale StatenProvinciale Staten (2) met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Hendrik Botterweg
Hendrik Botterweg
Algemeen
Geboren Zwolle, 8 november 1888
Overleden Sint-Michielsgestel, 30 oktober 1942
Partij Anti-Revolutionaire Partij
Religie orthodox hervormd
Functies
1924 - 1941 lid gemeenteraad van Utrecht
1927 - 1941 wethouder van Utrecht
1932 - 1941 lid Provinciale Staten van Utrecht
1937 - 1939 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
Website
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Hendrik Botterweg (Zwolle, 8 november 1888 - Sint-Michielsgestel, 30 oktober 1942) was een Nederlands antirevolutionair politicus in Utrecht en twee jaar in de Tweede Kamer en directeur van een papierwarenfabriek.

Hendrik Botterweg was de zoon van de schilder Johannes Botterweg en Elisabeth Tenthof. Na het afronden van de lagere school in Zwolle ging hij naar de middelbare handelsopleiding aldaar. Hij trouwde in 1916 te Zwolle met Berendina van der Sluis. Hij was enige tijd werkzaam bij een drukkerij en de buitenland-afdeling van een kwekerij, waarna hij directeur werd van een papierwarenfabriek in Utrecht (vanaf 1934). Van 1924 tot 1941 was hij gemeenteraadslid in Utrecht, waarvan ook wethouder van bedrijven vanaf 1927. Van 1932 tot 1941 was hij hiernaast ook nog lid van de Provinciale Staten van Utrecht. Vanaf 1938 was hij lid van een adviescommissie van de Hoge Raad van Arbeid.

In 1937 kwam hij tussentijds in de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de fractie van de Anti-Revolutionaire Partij, en hield hij zich voornamelijk bezig met volksgezondheid, middenstandszaken en onderwijs. Ook was hij woordvoerder bij de ontwerp-Electriciteitswet. In 1939 stond hij zijn zetel weer af aan de afgetreden minister Jacob Adriaan de Wilde. In 1941 werd hij geïnterneerd door de Duitse bezetter. Eerst enkele maanden in het politieke doorgangskamp Schoorl, daarna in Kamp Buchenwald, Kamp Haaren en uiteindelijk Kamp Sint-Michielsgestel. Hij overleed daar in 1942 tijdens transport van kleinseminarie Beekvliet naar Grote Ruwenberg, die gezamenlijk deel uitmaakten van het Kamp Sint-Michielsgestel.

Referenties en voetnoten