Naar inhoud springen

Hildebrand de Hemptinne

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AGL (overleg | bijdragen) op 27 apr 2020 om 10:59.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De gedenkplaat in de abdijkerk van Beuron.

Dom Hildebrand de Hemptinne geboren Félix de Hemptinne (Gent, 10 juni 1849 - Beuron, 13 augustus 1913) was een benedictijnermonnik. Hij was betrokken bij enkele stichtingen en werd de eerste algemeen overste van de benedictijnen.

Hij werd geboren binnen de industriële familie de Hemptinne, vooral actief in de textielsector. Hij was het tweede van acht kinderen uit het huwelijk van Joseph de Hemptinne en de bankiersdochter Pauline Gonthyn (1825-1870). Zijn oudste zus Marie (1848-1908) trad toe tot de Karmel in Oudenaarde. De jongste zus Agnès werd benedictinesse onder de naam Cécile. Zij was een van de stichters en de eerste abdis (1900-1948) van de Abbaye Saints Jean et Scholastique de Maredret.[1]

Algemeen overste

Op jonge leeftijd, tijdens het pontificaat van paus Pius IX, deed Félix dienst als Pauselijk Zoeaaf. In 1870 trad hij binnen bij de benedictijnen in Beuron (Zwarte Woud) en nam de naam Hildebrand nam. In 1871-1872 weet hij de leiding in Beuron te overtuigen ook een klooster te stichten in Maredsous, waar hij na zijn eigen priesterwijding werd betrokken bij de opleiding van de novicen.[2] in 1874 keerde hij terug naar Beuron, maar moest gedurende de jaren 70 uitwijken naar het buitenland vanwege het Kulturkampf.[3]

Van 1890 tot 1909 was hij abt van de abdij van Maredsous, nadat hij er bijna een decennium prior was. De wijding tot abt gebeurde door kardinaal Guglielmo Sanfelice D'Acquavella. In 1893 werd hij als de eerste abt-primaat van de pas opgerichte benedictijnencongregatie verkozen, het overkoepelend orgaan van de benedictijnen. Door paus Leo XIII werd hij gevraagd als adviseur bij de oprichting van het Collegio Sant'Anselmo in Rome, waar hij vervolgens als eerste abt werd benoemd. Beuron werd trouwens als de moederabdij van de genoemde stichtingen beschouwd.

Na zijn overlijden in 1913 werd hij begraven in de abdijkerk van Beuron.

Voorganger:
n.v.t.
Abt-primaat van de Benedictijnen
1893 - 1913
Opvolger:
Fidelis von Stotzigen