Johann-Conrad Appenzeller
| Johann Conrad Appenzeller | ||||
|---|---|---|---|---|
| ||||
| Algemene informatie | ||||
| Geboren | 27 november 1775 | |||
| Geboorteplaats | Bern | |||
| Overleden | 28 maart 1850 | |||
| Overlijdensplaats | Biel/Bienne | |||
| Land | .svg){kind=small} Zwitserland
| |||
| Beroep | Predikant, dichter, schrijver | |||
| Werk | ||||
| Jaren actief | 1809-1850 | |||
| Genre | Patriottisme en romantiek | |||
| Bekende werken | Alpenrosen | |||
| Dbnl-profiel | ||||
| ||||
Johann-Conrad Appenzeller (Bern, 27 november 1775 – Biel, 28 Maart 1850) was een predikant, schoolhoofd, dichter en schrijver in Zwitserland.
Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]
Appenzeller was een zoon van Joseph Appenzeller, koopman uit Sankt Gallen. In zijn jonge jaren liep hij school in Bern en Sankt Gallen, waar de ouders dan woonden. De studie protestantse theologie moest hij om den brode afbreken ten tijde van de Franse Revolutie en annexatie van Zwitserland. Appenzeller was een aanhanger van de idealen van de Franse Revolutie. Tijdens de Franse Tijd was hij leraar aan de stadsschool van Winterthur alsook privé-leraar in Winterthur. Op eigen houtje studeerde hij theologie verder, zodat hij in 1809 dominee kon worden in Brütten, kanton Zürich. In zijn huis in Brütten ontving hij kunstenaars en geleerden.
Appenzeller huwde tweemaal: in 1801 met Anna Margaretha Rieter uit Winterthur en in 1810 met Anna Dorothea Usteri uit Zürich.[1]
In 1817 verhuis Appenzeller naar Biel waar hij het eerste schoolhoofd werd van het gymnasium van Biel (1817-1831). Een jaar later werd hij tevens predikant in Biel (1818-1850). Het was in Biel dat hij de meeste van zijn werken schreef.
Werken[bewerken | brontekst bewerken]
Zijn brieven, dagboek, patriottische gedichten, volksverhalen en reisverslagen zijn bewaard in de handschriftenafdeling van de Zentralbibliothek in Zurich. De stroming in zijn werken is een combinatie van romantiek, patriottisme en licht-sentimentele onderhoudende literatuur.[2]
Samen met Gottlieb Jakob Kuhn, Johann Rudolf Wyss en Ludwig Meisner schreef hij aan de volksalmanak Alpenrosen. Hij deed dit in de jaren 1811-1829.
Hij publiceerde de werken van Susanna Ronus (1769-1835) uit Biel. Appenzeller zette haar eigenlijk onder druk om dit te doen. Ronus gebruikte de pseudoniem Selma.
| Bronnen, noten en/of referenties
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Johann-Conrad Appenzeller op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
|