Kabinetten-Herriot
| |
| Kabinetten-Herriot | |
| Premier : Édouard Herriot Partij : Parti Républicain, Radical et Radical-Socialiste  | |
| Periode : Derde Franse Republiek |
Frankrijk heeft in de periode van 1924 tot 1932 drie kabinetten-Herriot gekend.
- Édouard Herriot (PRS) - Président du Conseil (premier) en minister van Buitenlandse Zaken
- Charles Nollet - Minister van Oorlog
- Camille Chautemps (PRS) - Minister van Binnenlandse Zaken
- Étienne Clémentel (PRS) - Minister van Financiën
- Justin Godart (PRS) - Minister van Arbeid, Hygiëne, Welzijn en Sociale Zekerheid
- René Renoult (PRS) - Minister van Justitie
- Jacques-Louis Dumesnil (PRS) - Minister van Marine
- François Albert (PRS) - Minister van Onderwijs en Schone Kunsten
- Édouard Amédée Bovier-Lapierre (RS) - Minister van Pensioenen
- Henri Queuille (PRS) - Minister van Landbouw
- Édouard Daladier (PRS) - Minister van Koloniën
- Victor Peytral (PRS) - Minister van Openbare Werken
- Eugène Raynaldy (PRDS) - Minister of Commerce and Industry
- Victor Dalbiez (PRS) - Minister van Bevrijde Gebieden
Wijzigingen
- 3 april 1925 - Anatole de Monzie (RS) volgt Clémentel op als minister van Financiën.
- Édouard Herriot (PRS) - Président du Conseil (premier) en minister van Buitenlandse Zaken
- Paul Painlevé (RS) - Minister van Oorlog
- Camille Chautemps (PRS) - Minister van Binnenlandse Zaken
- Anatole de Monzie (RS) - Minister van Financiën
- Louis Pasquet - Minister of Labour, Hygiene, Welfare Work, and Social Security Provisions
- Maurice Colrat (PRDS) - Minister van Justitie
- René Renoult (PRS) - Minister van Marine
- Édouard Daladier (PRS) - Minister van Onderwijs en Schone Kunsten
- Georges Bonnet (PRS) - Minister van Pensioenen
- Henri Queuille (PRS) - Minister van Landbouw
- Adrien Dariac (PRDS) - Minister van Koloniën
- Orly André-Hesse (PRS) - Minister van Openbare Werken
- Louis Loucheur (RI) - Minister van Handel en Industrie
Kabinet-Herriot III (3 juni 1932 - 18 december 1932)
[bewerken | brontekst bewerken]- Édouard Herriot (PRS) - Président du Conseil (premier) en minister van Buitenlandse Zaken
- Joseph Paul-Boncour (RS) - Minister van Oorlog
- Camille Chautemps (PRS) - Minister van Binnenlandse Zaken
- Louis Germain-Martin (RI) - Minister van Financiën
- Maurice Palmade (PRS) - Minister van Budgetzaken
- Albert Dalimier (PRS) - Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid
- René Renoult (PRS) - Minister van Justitie
- Georges Leygues (AD) - Minister van Marine
- Léon Meyer (PRS) - Minister van Zeevaart
- Paul Painlevé (RS) - Minister van Luchtvaart
- Anatole de Monzie (RS) - Minister van Onderwijs
- Aimé Berthod (PRS) - Minister van Pensioenen
- Abel Gardey (PRS) - Minister van Landbouw
- Albert Sarraut (PRS) - Minister of Colonies
- Édouard Daladier (PRS) - Minister van Openbare Werken
- Justin Godart (PRS) - Minister van Volksgezondheid
- Henri Queuille (PRS) - Minister van Posterijen, Telegrafie en Telefonie
- Julien Durand (PRS) - Minister van Handel en Industrie
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]| Voorganger: Kabinet-François-Marsal Kabinet-Briand X Kabinet-Tardieu III |
Kabinetten-Herriot 1924-1925 1926 1932 |
Opvolger: Kabinet-Painlevé II Kabinet-Poincaré IV Kabinet-Paul-Boncour |