Lak (houtbewerking)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Sonty567 (overleg | bijdragen) op 17 sep 2018 om 15:37. (Wijzigingen door 5.159.33.38 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Pompidombot)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Lak is een harsachtige substantie die wordt gebruikt om hout te beschermen tegen inwerkingen van buitenaf, die van zowel klimatologische als mechanische aard kunnen zijn.

Lak bestaat uit hars opgelost in een weekmaker. Deze hars kan zijn:

Als weekmaker wordt bij alkydhars meestal terpentine gebruikt. De moderne kunststoflakken zijn meestal op waterbasis. Er zijn ook lakken die als basis natuurlijke grondstoffen hebben.

Net als bij beitsen is het belangrijk dat het hout voor het lakken goed glad wordt gemaakt en stof- en vetvrij.

Lak kan met een kwast, een roller of met een spuit worden opgebracht. Ook kan met een puimsteen in de 'natte lak' geschuurd worden, en vervolgens met een plamuurmes 'afgemest' worden. De nerven worden dan volgedrukt en/ of vermengd met eerdere lagen. Dit bevordert de levensduur, alhoewel het enigszins een 'ouderwetse verfmethode' is.

Lakbereiding

Het bereiden van lak, ook lakstoken genoemd, vindt plaats volgens een heel wat ingewikkelder procedé dan verfbereiding. Hier is onder meer terpentijn (hars van bepaalde soorten sparren) en lijnolie bij nodig. Met name de terpentijn moet heel heet worden gestookt hetgeen, zeker in vroeger jaren, niet alleen brandgevaarlijk was, maar ook stankoverlast met zich meebracht. De recepten voor lakbereiding waren vroeger vaak beroepsgeheim.

Zie ook