Naar inhoud springen

Doofheid

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 145.7.91.126 (overleg) op 14 okt 2004 om 13:55.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Doofheid is het niet of slecht kunnen horen.

Doofheid kan worden onderscheiden in pre-linguale doofheid en post-linguale doofheid. Men spreekt van pre-linguale doofheid als iemand doof geboren is of op zeer jonge leeftijd, dus nog voordat de betreffende persoon heeft leren praten, doof wordt. Men spreekt van post-linguale doofheid als iemand pas op latere leeftijd (na het zesde levensjaar) doof wordt.

Pre-linguaal doven kunnen vaak moeilijk (of niet) leren spreken, omdat het spreken, met name als het gaat om de "juiste" klank en intonatie, niet kan worden waargenomen.

Iemand die hierdoor niet kan spreken werd vroeger doofstom genoemd. Dit woord wordt tegenwoordig minder vaak gebruikt omdat aan stom de negatieve connotatie dom hangt ("Doe niet zo stom."). Meestal spreekt men nu van gehoorgestoord, hoewel ook hieraan een negatieve bijsmaak kleeft (gestoord).

Behandeling

Wanneer het middenoor eenmaal beschadigd is, is herstel in het algemeen niet meer mogelijk. Wel is het mogelijk om - in het geval van gedeeltelijke doofheid of slechthorendheid - een gehoorapparaat te gebruiken, wat het het geluid versterkt alvorens het aan het oor aan te bieden. Met het nog aanwezige restgehoor kan de dove dan eventueel toch nog voldoende geluid waarnemen om spraak te kunnen verstaan.

In gevallen waarin het middenoor niet meer functioneert, maar de gehoorzenuw nog intact is, kan een cochleair implantaat uitkomst bieden.


Zie ook: