Max Euwe was in 1935 wereldkampioen geworden en had verstek laten gaan op het Nederlands kampioenschap schaken 1936. Salo Landau wist in dat vacuüm te springen en de titel in dat jaar op te eisen. In 1937 moest Euwe de wereldtitel opnieuw aan Alexander Aljechin afstaan, waardoor hij zijn handen weer vrij had. In februari 1938 liet Euwe daarom weten weer deel te nemen aan het Nederlands kampioenschap.[1]
Drie deelnemers kregen een vrijstelling voor het spelen van voorwedstrijden. Naast Euwe en Landau was dat Johannes van den Bosch. De schakers Van Doesburgh, Selman en Van Mindeno waren reeds geplaatst door 1e, 2e en 3e te worden op de wedstrijd tussen onderbondskampioenen van 1937, dat in Hilversum werd gehouden.[2] De overige deelnemers plaatsten zich via voorrondes, die in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht werden gehouden.
Max Euwe was − net als bij vorige kampioenschappen − superieur en wist ongeslagen kampioen te worden. Hij speelde enkele partijen remise. Nicolaas Cortlever was de revelatie van het toernooi, door zich vanuit de voorrondes te kwalificeren en tweede te worden. Hij wist te winnen van regerend kampioen Landau.