Nine Kooiman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Haario (overleg | bijdragen) op 31 okt 2019 om 15:18.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Nine Kooiman
foto: Bas Stoffelsen/SP
Algemeen
Volledige naam Catharina Johanna Elise Kooiman
Geboren 1980
Partij SP
Titulatuur BA
Functies
2010 Lid gemeenteraad Nieuwegein
2010-2018 Lid Tweede Kamer
Website
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Catharina Johanna Elise (Nine) Kooiman (De Meern (Utrecht), 9 december 1980) is een Nederlands politica. Van 17 juni 2010 tot en met 29 maart 2018 was Kooiman namens de Socialistische Partij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Biografie

Tussen 1999 en 2003 volgde Kooiman de opleiding Maatschappelijk werk dienstverlening aan Hogeschool De Horst in Driebergen. Ze was tijdens deze periode en daarna werkzaam als jeugdhulpverlener en gezinsvoogd. In 2004 werd ze actief in de Socialistische Partij in Nieuwegein en het jaar daarop werd ze bestuurslid. In 2006 werd ze lid van de raadscommissie Sociale Omgeving en Cultuur en later werd ze ook afdelingsvoorzitter. In 2008 werd ze aangesteld als fractiemedewerker Jeugd voor de SP in de Tweede Kamer. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 werd ze in Nieuwegein als tweede op de kieslijst tot gemeenteraadslid verkozen en was van 11 maart tot en met 1 juli 2010 lid van de plaatselijke gemeenteraad.[1]

Als gevolg van de val van het kabinet Balkenende IV werden er op 9 juni 2010 vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Zij werd door de SP gevraagd om op plaats vijftien van de kieslijst te komen staan. Daarmee was zij de hoogste nieuwkomer. Omdat de SP datzelfde aantal zetels behaalde, werd ze tot enig nieuwe Tweede Kamerlid voor de SP verkozen.

Voor de Tweede Kamerfractie werd ze woordvoerder jeugd, en op justitie woordvoerder jeugd en familierecht. Op 9 november 2010 gaf Kooiman haar maidenspeech met als onderwerp de jeugdzorg.[2]

Kooiman zegde per 29 maart 2018 haar lidmaatschap van de Tweede Kamer op. Als reden gaf ze dat de functie niet te combineren was met haar moederschap.[3]