Oorzakelijk voorwerp

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het oorzakelijk voorwerp is een zinsdeel dat voorkomt bij een aantal naamwoordelijk gezegdes, zoals:

  • bijster raken/zijn; voorbeeld: Hij raakte het spoor bijster
  • beu zijn/worden, bijv. Ik ben zijn gezanik beu.
  • schuldig zijn, bijv. Toen ze hem ontmoette, was hij zijn ouders nog € 1000,- schuldig.
  • waard zijn, bijv. De collectie die hij naliet, was veel geld waard.
  • kwijt zijn, bijv. Zij is haar tas kwijt.
  • zat worden, bijv. Hij is het zat,
  • gewend zijn, bijv. Wij zijn het gewend
  • moe zijn, bijv. Ik ben het geruzie moe.

Oorzakelijke voorwerpen komen ook voor bij: gewoon zijn, indachtig zijn, van plan zijn, zich bewust zijn en rijk zijn.

Het oorzakelijk voorwerp is te onderscheiden van:

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]