Opus figlinum

Opus figlinum "pottenbakkerswerk", ook wel opus figulinum genoemd, is een vorm van Romeins plaveisel waarbij kleine keramische steentjes in een specifiek verband werden gelegd.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Bestrating in opus figlinum werd meestal gemaakt van rechthoekige keramische amfora- of baksteenfragmenten van dezelfde grootte, op hun kant in groepjes van drie geplaatst.[1] De oriëntatie van aangrenzende groepjes is afwisselend verticaal en horizontaal; de juxtapositie wekt daardoor de visuele indruk van een vlechtpatroon.[2] De steentjes werden op de ondervloer vastgezet met mortel.[3] Soms werd de vloer versierd met stukjes kalksteen of marmer.[4] De gebruikte steenfragmenten zijn heel klein: zo'n 2,5 x 2,5 x 2 cm.[5]
Een vergelijkbare stijl was opus spicatum, waarbij de steentjes in een visgraatmotief werden gelegd. De Romeinen hadden ook een mozaïektechniek om een vlechtpatroon na te bootsen, dit heette pseudo-figlinum. Verder bestaat er een soort beschilderd Oud-Grieks aardewerk dat door de Romeinen opus figlinum aegagrorum werd genoemd; in het Nederlands is dit aardewerk bekend als wilde geitstijl.
- ↑ (en) Mariette de Vos, The Rural Landscape of Thugga, in The Roman Agricultural Economy: Organization, Investment, and Production. (2013), p. 172, ISBN 9780191651922.
- ↑ (en) The Getty Conservation Institute, Illustrated Glossary: Technician Training for the Maintenance of In Situ Mosaics p. 14. pdf
- ↑ (en) Helmuth Schneider, Hubert Cancik (red.), Brill's New Pauly. Encyclopaedia of the Ancient World · Volume 9. (2002), p. 219.
- ↑ (en) Birgit Tang, Delos, Carthage, Ampurias: The Housing of Three Mediterranean Trading Centres. (2005), p. 92, ISBN 9788882653057.
- ↑ (en) Dean Peeters, Shaping Regionality in Socio-Economic Systems: Late Hellenistic - Late Roman Ceramic Production, Circulation, and Consumption in Boeotia, Central Greece (c. 150 BC–AD 700). (2023), p. 219, ISBN 9781803272207.