Overleg:Józef Piłsudski

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

"trok ten oorlog tegen Rusland" suggereert dat Pilsudski de oorlog begon en de Sovjetunie "recht" had op de betrokken gebieden. Dat is bepaald een POV-bewering. In werkelijkheid steunden zowel Pilsudski als de Sovjetleiders hun eigen partijgangers in Wit-Rusland en Oekraîne. Nadat de Sovjets in Oekraïne de overhand hadden gekregen, openden ze een frontale aanval op Polen, met het doel om het land te veroveren. Nadat de Polen deze aanval hadden afgeslagen, veroverden ze een groot stuk Witrussisch en Oekraïnes grondgebied. Het is dus niet zo dat Polen de agressor was en de Sovjetunie het onschuldige slachtoffer.

De desbetreffende passage zou in verband hiermee moeten worden aangepast.

Lignomontanus 7 sep 2006 15:09 (CEST)[reageer]

Ga je gang, zou ik zeggen! ;-) Pepíček 7 sep 2006 19:22 (CEST)[reageer]

Mijn recente veranderingen en uitbreidingen zijn gebaseerd op een necrologie in Keesings Historisch Archief, die ik hieronder integraal toon. - André Engels 16 feb 2007 13:00 (CET)[reageer]

Maarschalk Jozef Pilsudski, de machtigste man in Polen, is op 12 Mei '35 op 68-jarigen leeftijd overleden.
Jozef Pilsudski, Poolsch officier en staatsman, was in 1867 te Zulow bij Wilna geboren. Reeds op jeugdigen leeftij nam hij deel aan de Poolsche nationalistische beweging. In 1888 werd hij naar Siberië verbannen. Na zijn terugkeer trad hij in 1890 toe tot de Poolsche Socialistische Partij. Van 1892-1900 was hij betrokken bij verschillende illegale acties; in laatstgenoemd jaar werd hij opnieuw gearresteerd. Een jaar later ontsnapte hij uit een krankzinnigengesticht in het toenmalige St. Petersburg, waarin hij uit de gevangenis overgebracht was, zonder dat men bemerkt had, dat hij simuleerde, en vestigde hij zich te Krakau. Aan de revolutie van 1905 nam Pilsudski een werkzaam aandeel. In 1908 vormde hij in Galicië semi-legale militaire organisaties. In 1914 organiseerde hij Poolsche legioenen, die aan Oostenrijksche zijde tegen Rusland te velde trokken. In 1916 trad hij af als commandant dezer legioenen. In Juli 1917 werd Pilsudski door de Duitsche autoriteiten in de vesting Maagdenburg gevangen gezet. Tijdens de Duitsche revolutie werd hij in vrijheid gesteld en kon hij naar Warschau terugkeeren, waar hij in November 1918 hoofd van den staat werd en opperbevelhebber van het Poolsche leger. In 1919 werd hij voorloopig president. Hij voerde het bevel over de troepen in den oorlog tegen de Sovjetmacht en bezette in Mei 1920 Kijef. Deze stad moest hij in Juni prijs geven toen het Poolsche leger tot een terugtocht gedwongen werd, die tot vlak voor Warschau voortduurde. In Augustus van datzelfde jaar voerde hij het bevel over de troepen, die Warschau in staat van verdediging hadden gebracht. Hij werd benoemd tot "maarschalk van Polen", doch hij weigerde het presidentschap. In 1923 trok hij zich terug. Drie jaar later, in Mei 1926, dwong hij de regeering-Witos, na straatgevechten in Warschau, af te treden. Hij werd spoedig daarna tot president van de Poolsche Republiek gekozen, doch hij accepteerde deze benoeming niet. Wel trad hij als minister van oorlog en inspecteur-generaal van het leger toe tot de regeering-Bartel. In 1926 werd Pilsudski minister-president, waarbij hij de portefeuille van oorlog voor zijn rekening nam. In 1927 legde hij zijn premierschap neer, doch van Augustus tot December 1930 bekleedde hij deze functie opnieuw. Van December 1930 tot Mei 1931 bezette hij den post van minister van oorlog in het kabinet Slawek, evenals in het kabinet Prystor, dat in Mei 1931 werd gevormd.
Ook zijn laatste levensjaren heeft Pilsudski nog een belangrijke adviseerende rol gespeeld in de Poolsche buitenlandsche politiek. Nog voor dezer dagen was een ontmoeting met den Franschen minister van buitenlandsche zaken, Pierre Laval, gearrangeerd, welke evenwel wegens ongesteldheid van den "Leeuw van Wilna" geen doorgang kon vinden.
  • Veel van de gebeurtenissen op deze pagina zijn gebaseerd op gegevens uit Keesings Historisch Archief, mei 1935. Omdat deze bron slechts enkele dagen na de gebeurtenissen geschreven is, kan een historisch perspectief ontbreken.