Overleg:Ouijabord

Gaarne uitleg

Ik heb moeite met twee passages, die wat mij betreft niet in deze vorm in het artikel thuishoren:

De verschillende en zeer tegenstrijdige opvattingen over de boodschappen, welke via het ouijabord worden verkregen, kunnen als volgt worden samengevat:

• Waar
• Bedrog
• Zelfbedrog

Deze passage begrijp ik niet. Kan iets beter worden uitgelegd waarom dit drie 'opvattingen' zouden zijn, en wie deze opvattingen verkondigen? Is een mededeling wanneer niemand bedrog pleegt, automatisch waar?

Er zijn klinische voorbeelden van gevallen van verslaving aan alcohol, drugs en seks die worden gerelateerd aan overmatig gebruik van het ouijabord. Sommige personen raken hierdoor in de psychiatrie terecht. Het ouijabord is vooral onder studenten een populair ‘spelletje’, dat qua gevaar meestal wordt onderschat.

Deze passage bevat nogal stellige, en niet onomstreden, beweringen die volgens mij een bronvermelding verdienen. Er wordt gesuggereerd dat het ouijabord gevaarlijk zou zijn en tot verslaving aan alcohol etc. kan leiden. Kan dat met concrete gevallen worden geïllustreerd? Wat is de bron voor de mededeling dat vooral studenten met het ouijabord in de weer zijn? Waaruit blijkt dat zij het gevaar meestal onderschatten? Bart van der Pligt 4 sep 2005 19:05 (CEST)

Dag Bart,

Ik begrijp wat je bedoelt, maar in de parapsychologie (deels mijn vakgebied) is het moeilijker iets te staven dan in de wiskunde. De 3 interpretaties die ik geef (waar, bedrog en zelfbedrog) zijn gewoon een toepassing van de kennisleer. Iemand krijgt via het ouijabord een boodschap door, bijvoorbeeld "je overleden moeder is bezorgd om wat je nu van plan bent", dan kunnen we vanuit de kennisleer enkel zeggen dat die boodschap ofwel waar kan zijn, ofwel dat hier gefraudeerd is, ofwel dat de persoon zichzelf iets wijsmaakt (en dit laatste gebeurt vaak in het paranormale). Vanuit de parapsychologische wetenschap kunnen we niet zomaar zeggen welk van de drie mogelijkheden hier opgaat. Dat moet overigens per geval individueel worden afgewogen aan de hand van verschillende elementen.

Dan de zgn. life-spread van deze praktijk: ik weet niet of er officiële tellingen werden verricht, maar de ervaring van hulpverleners, parapsychologen, leraars en verkopers van ouijaborden kan inderdaad bevestigen dat de grootste concentratie aan gebruikers inderdaad ligt in de leeftijd tussen 14 en 18 jaar.

Voor de klinische studie van psychiatrische gevolgen, meen ik wel een wetenschappelijke bron te kunnen geven: het werk van de Franse arts Dr. Philippe ENCAUSSE: Sciences Occultes et Déséquilibre Mental (Occulte Wetenschappen en Geestesstoornissen.

Misschien kun je de vorm van mijn bijdrage aanpassen, mocht je het wenselijk vinden, maar ik zou het jammer vinden als de inhoud veranderde.

Groetje, Christian Salilus 5 sep 2005 13:09 (CEST)

Als ik het goed begrijp slaat het onderscheid waar/bedrog/zelfbedrog niet op de inhoud van de antwoorden die het bord oplevert, maar op de vraag wat of de herkomst van die antwoorden bovennatuurlijk is. Ik heb de betreffende passage herschreven zodat dat m.i. duidelijker is. De speculaties over schadelijkheid van het ouijabord heb ik voor rekening van de spiritisten gelaten. Als dr. Encausse daar wat concreter over is kunnen er misschien nog wat feiten van hem worden overgenomen. Of studenten inderdaad veel met het ouijabord in de weer zijn verdient ook een betere bronvermelding, dus dat heb ik verwijderd. Bart van der Pligt 9 sep 2005 08:07 (CEST)

Gevaarlijke situatie

Er wordt hier uitgelegd dat het waarschijnlijk om je eigen spierkracht gaat die het bordje beweegt. Later wordt gezegd dat het bord gevaarlijk kan zijn, dit snap ik niet. Als er geen geesten of demonen zouden zijn die het bordje bewegen, dan kan het toch ook niet gevaarlijk zijn? Ik weet niet of ik het gewoon verkeerd begrijp hoor maar ik zou graag verdere uitleg hierover hebben.
– De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 92.110.76.228 (overleg · bijdragen) op 13 mei 2015 om 20:32 (CEST)