Overleg:Voorbereiding voor vertrek
Citaten[brontekst bewerken]
Citaat I[brontekst bewerken]
In het lemma staat het volgende citaat van Johan Gram:
"Bij Mesdags schilderijen ademt men de zoutige zeelucht in, men voelt er het koeltje; de golven dansen en klotsen tegen de pinkjes, zodat het schuim naar alle zijden opspat".
Volgens het lemma is dit citaat conform de tekst in het boek van Hans Janssen en Wim van Sinderen De Haagse School uit 1997, p. 69.
Het correcte citaat aldaar is echter:
"Bij Mesdag's schilderijen ademt men de zoutige zeelucht in, men voelt er 't koeltje; de golven dansen en klotsen tegen de pinkjes, dat het schuim naar alle zijden opspat."
In het lemma staat dat Gram dit schrijft naar aanleiding van het zien van het in dit lemma besproken schilderij. Dat staat niet in de bron.
Citaat II[brontekst bewerken]
In het lemma staat een citaat dat van Van Santen Kolff zou zijn:
"Wanneer wij ons in Mesdags werk verdiepen wordt het ons te moede als drong de zilte zeelucht door onze longen en neusgaten naar binnen, als voelden wij de frisse strandbries door onze lokken spelen, als hoorden wij de branding ruisen en bruisen. Hier hebben wij het realisme van de ware, aller gezondste soort voor ons".
Volgens het lemma is dit conform de tekst in het boek Het Haagse School boek van John Sillevis en Anne Tabak uit 2001, p. 256
Het citaat aldaar is echter:
"Wanneer wij ons in Mesdag's 'Aan de Hollandsche kust' verdiepen, wordt 't ons te moede, als drong de zilte zeelucht onze neusgaten en longen binnen, als voelen wij de frissche strandbries ons door de lokken spelen, als hoorden wij de branding ruischen en bruischen [...] Hier hebben wij realisme van de ware, allergezondste soort voor ons".
De tekst tussen haakjes met puntjes is conform de weergave in het boek. Van Santen Kolff geeft dus geen algemene indruk van het werk van Mesdag, maar een specifieke indruk van één van zijn werken en dat is niet het schilderij dat in dit lemma besproken wordt.