Pianosonate nr. 8 (Beethoven)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pianosonate nr. 8, "Grande Sonate Pathétique"
Beethoven rond 1804 (Waldmueller)
Componist Ludwig van Beethoven
Soort compositie pianosonate
Gecomponeerd voor pianoforte
Toonsoort c mineur
Opusnummer 13
Compositiedatum 1798-1799
Première Wenen, december 1799
Opgedragen aan Prins Karl von Lichnowsky
Duur ca. 19'
Vorige werk 3 Vioolsonates op.12
Volgende werk Pianosonate nr. 9 (Beethoven)
Oeuvre Oeuvre van Ludwig van Beethoven
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

De Piano Sonata nr. 8 in c mineur, opus 13, vooral bekend als de Sonate Pathétique is de achtste pianosonate van Ludwig van Beethoven, op. 13. De bijnaam komt niet van de uitgever of van latere luisteraars, maar van de componist zelf. De sonate werd in 1798 geschreven door de 27 jaar oude Beethoven, en in 1799 uitgegeven. Het werk werd opgedragen aan zijn vriend, Prins Karl von Lichnowsky.

De Pianosonate is zo ingericht:

  1. Grave - Allegro di molto e con Brio (c klein)
  2. Adagio Cantabile (As groot)
  3. Rondo: Allegro (c klein)

Met zijn opusnummer 13 is deze sonate een van de vroege werken van Beethoven, en waarschijnlijk het eerste dat eeuwenlange populariteit heeft genoten. Niet zelden wordt gezegd dat met deze sonate de romantische periode pas goed begint.

De eerste vier maten van het eerste deel
De eerste acht maten van het adagio