Portaal:Hongarije/Uitgelicht/22

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Moet 'Hongaarse' boom verdwijnen van de EU?

Robinia pseudoacacia verwijst enerzijds naar Jean Robin en anderzijds naar de acacia. Acacia komt van het Griekse akis: doorn. Robinia pseudoacacia behoort niet tot het geslacht Acacia maar lijkt er op in het bezit van scherpe stekels op de takken. Vandaar ook de soortsaanduiding "pseudoacacia". Men spreekt dan ook over Witte acacia of Valse acacia. Reeds vroeg werd het robiniahout vanwege zijn duurzaamheid gewaardeerd als steun voor wijnranken en vanwege zijn hardheid en sterkte (robinia is sterker dan eik) als grondstof voor wielspaken, laddersporten, houten kamwielen, nagels, pinnen en meubels, met name tuinmeubels. Maar zeker sinds het Europees importverbod voor niet duurzaam geteeld tropisch hardhout uit 2000 gaat hij de concurrentie aan met soorten als teak en meranti, met grote robinia-plantages in onder meer Polen, Slowakije en vooral Hongarije.[5] Robinia is het meest duurzame hout dat in ons klimaat kan groeien. Door de grillige groei, waarbij weinig lange rechte stammen ontstaan, en de stam niet zuiver rond wordt, is het lastig in grote maten te krijgen, en het hout vereist een zorgvuldige droging omdat het nogal werkt (kromtrekt, barst). De bloemen van de robinia leveren honing, die op de markt wordt gebracht als acaciahoning. Met de echte acacia heeft deze honing echter niets te maken. Hoewel alle bestanddelen van de robinia als giftig gelden voor zowel mens als dier, worden de robiniabloesems toch genuttigd, na ze door meel te halen en licht te bakken. De bloemen worden ook gebruikt voor het maken van parfum. Omdat de boom oorspronkelijk uit Noord-Amerika is overgekomen, behoort de pseudo-acacia niet tot de zogenaamde inheemse bomen, hoewel onder meer de Hongaren juist deze boom als typisch Hongaars ervaren. Vandaar dat de EU de groei en verspreiding van deze niet-Europese boom in lijkt te willen dammen en de Hongaar de aciciaboom juist de vrijheid wil geven.