Portaal:Natuurkunde/Uitgelicht/47

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het ontstaan van een ijskristal begint met een stofdeeltje. Zo'n stofdeeltje wordt een ent genoemd. Het kan zout, zand, een kleideeltje, vulkanisch as of industrieel stof zijn. Hieraan hechten de watermoleculen zich als kristalletjes. Het bijzondere van de vorming is dat de watermoleculen verschillend reageren op verschillende stoffen. Zo vormt bij zilverjodide (om kunstmatige regen of sneeuwbuien op te wekken) een kristal zich bij een temperatuur van 4 °C, maar bij de kleisoort vermiculiet gebeurt dat pas bij -15 °C. Het nieuw ontstane kristal wordt nu door de wolk geblazen. Hierdoor botsen de ijskristallen met elkaar en krijg je samenklontering. Omdat door de wolk de temperatuur en de luchtvochtigheid verschillen, ontstaan er almaar andere kristallen, zoals staafjes of zeshoekige platen.