R136a1
R136a1 | ||||
---|---|---|---|---|
R136a1, de helderste ster in het centrum van R136
| ||||
Sterrenbeeld | Goudvis (Dorado) | |||
Waarnemingsgegevens | ||||
Rechte klimming | 5u38m42,43s | |||
Declinatie (Epoche 2000) |
-69° 06' 02,2" | |||
Details | ||||
Lichtkracht | 8.700.000 L☉ | |||
Spectraalklasse | WN5h | |||
Temperatuur (K) | 53.000 ± 3.000 K | |||
Afstand* (lj) | 168.000 Lj | |||
Straal | 35,4 R☉ | |||
Massa | 256-315 M☉ | |||
* afstanden aangegeven als "parallax xxx = yyy lj" zijn herleid uit de in de bron aangegeven parallax | ||||
|
RMC 136a1 (afgekort R136a1) is een Wolf-Rayetster in de cluster R136 in het centrum van de Tarantulanevel in de Grote Magelhaense Wolk op een afstand van 50 kiloparsec (167.000 lichtjaar).[1] De ster heeft de grootste massa en luminositeit van de ontdekte sterren en is ook een van de heetste. De lichtkracht van R136a1 is geschat op 8.700.000 keer die van de zon, met een piek in het extreem ultraviolet (50 nm), waardoor 99% van de elektromagnetische straling die R136a1 uitstraalt buiten het visuele bereik van een mens valt. Schattingen voor de huidige massa van R136a1 lopen uiteen van 256M☉[2] tot 315M☉[3] en de ster verliest door zijn sterrenwind 5.1 × 10−5M☉ (3.21 × 1018 kg/s) per jaar, meer dan een miljard keer zoveel als de zon.[4]
Externe link
(en) R136a1 in SIMBAD
- ↑ Pietrzyński, G, D. Graczyk, W. Gieren (7 March 2013). An eclipsing-binary distance to the Large Magellanic Cloud accurate to two per cent. Nature 495 (7439): 76–79. PMID 23467166. DOI: 10.1038/nature11878.
- ↑ Hamann, W.-R., Gräfener, G. (2004). Grids of model spectra for WN stars, ready for use. Astronomy and Astrophysics 427 (2): 697–704. ISSN: 0004-6361. DOI: 10.1051/0004-6361:20040506.
- ↑ Schneider, F. R. N. (2014). Bonnsai: A Bayesian tool for comparing stars with stellar evolution models. Astronomy & Astrophysics 570: A66. DOI: 10.1051/0004-6361/201424286.
- ↑ Crowther, P. A., Schnurr, O., Hirschi, R., Yusof, N., Parker, R. J. (2010). The R136 star cluster hosts several stars whose individual masses greatly exceed the accepted 150 M⊙ stellar mass limit. Monthly Notices of the Royal Astronomical Society 408 (2): 731. DOI: 10.1111/j.1365-2966.2010.17167.x.