De 2018-editie van de Zweedse WK-ronde zag sinds jaren een grotere hoeveelheid sneeuwval in de aanloop naar het evenement, waardoor de condities een stuk lastiger bleken. De top drie in het kampioenschap, en in het speciaal Sébastien Ogier, moesten het vanwege hun startpositie om deze manier grotendeels ontgelden tijdens de openingsetappe, en verloren vanaf dat moment gelijk de aansluiting vooraan. Thierry Neuville nam net als in het voorgaande jaar de leiding vroeg in handen, maar zag lager geklasseerde rijders in het kampioenschap zoals Andreas Mikkelsen, Craig Breen, Esapekka Lappi, Mads Østberg en Hayden Paddon de marge op hem klein houden. Hij kwam een spin en een klein elektrisch euvel aan zijn versnellingsmechanisme in het begin van de tweede etappe te boven en klokte in het restant van de dag een aantal scherpe tijden die hem van het gros van zijn concurrenten los week. In tegenstelling tot zijn knullige fout in de korte showproef op de zaterdagavond een jaar eerder, hield hij daar dit keer zijn hoofd koel en reed vervolgens op de bescheiden zondagsetappe gecontroleerd naar zijn eerste zege van het seizoen toe, een resultaat die hem promoveerde naar de koppositie in het kampioenschap. Daarachter greep Breen, die vrijwel de gehele rally competitieve tijden noteerde, naar een sterke tweede plaats toe, en beterde met dit resultaat zijn eerdere podium in Finland in 2016. Hyundai maakte met de derde plaats van Mikkelsen ondertussen een sprong in het kampioenschap voor de constructeurs. Toyota wist het succes van een jaar eerder niet te herhalen. Ondanks een aantal competitieve tijden van Tänak, verloren hij en Latvala veel terrein in de aanvang van de rally en Tänak raakte op een van de proeven tijdens dag twee ietwat knullig ook een langzaam rijdende Kris Meeke, welke hem vervolgens een sneeuwbank in lanceerde. Lappi was met zijn vierde plaats de uitzondering en verloor ogenschijnlijk het podium alleen toen hij in de openingsfase even vast kwam te staan in de sneeuw. De grote verliezers waren dit keer de M-Sport Ford-rijders, met in de hoofdrol Ogier, wiens tijdsverlies gedurende de rally dusdanig was dat hij zich buiten de top tien waande. Met dit vooruitzicht besloot hij voor de afsluitende klassementsproef, de zogenaamde Power Stage, te laat in te klokken voor de aanvang van de proef, om op die manier een gunstigere startpositie voor zichzelf af te dwingen. Of deze tactiek er aan te wijten viel of niet, Ogier klokte daar een tweede snelste tijd en greep hierdoor naar 4 extra kampioenschapspunten toe; de rally uiteindelijk nog gefinisht als tiende, nadat teammaat Elfyn Evans met opzet een straftijd incasseerde.