Rogatoire opdracht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een rogatoire opdracht is een schriftelijk verzoek van de ene gerechtelijke instantie aan de andere om een specifieke onderzoeksmaatregel uit te voeren binnen haar rechtsgebied. Het begrip is vooral bekend uit grensoverschrijdende strafzaken, maar bestaat evengoed in een nationale civiele context. In het verleden konden rechtbanken elkaar niet direct contacteren en zonden ze dergelijke verzoeken via diplomatieke kanalen, wat vaak grote vertraging opleverde.

In strafzaken zijn rogatoire opdrachten een bijzondere vorm van rechtshulp, gericht op het verzamelen van bewijsmateriaal. Doorgaans gaat het om de toezending van bewijsstukken of het verhoren van verdachten en getuigen. Ook bijzondere onderzoeksmaatregelen zoals beslag, afluistering en huiszoeking kunnen worden aangevraagd. De aanwezigheid van de aanvragende autoriteit en haar eventuele actieve deelname, vergt veelal toestemming geval per geval. In dit verband behoort een detachering van politionele of gerechtelijke ambtenaren tot de mogelijkheden.

België[bewerken | brontekst bewerken]

In België spreekt het Gerechtelijk Wetboek, dat in deze het gemeen recht vormt, over een 'ambtelijke opdracht' (commission rogatoire).[1] Deze opdrachten kunnen enkel aan een rechter van gelijke of lagere graad worden gericht en mogen niet worden geweigerd. Het Wetboek van Strafvordering bevat enkele bijzondere bepalingen.[2] Voor uitlevering en voor internationale inbeslagnames en verbeurdverklaringen bestaan er bijzondere wetten.[3]

Verdragen[bewerken | brontekst bewerken]

Naast allerlei bilaterale verdragen zijn de belangrijkste teksten voor België en Nederland:

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Gert Vermeulen, Wederzijdse rechtshulp in strafzaken in de Europese Unie: naar een volwaardige eigen rechthulpruimte voor de Lid-Staten?, 1999, ISBN 9789062156887

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]