Pas na 50 kilometer rijden ontstond er een kopgroep van negen man bestaande uit Giovanni Visconti, Jaroslav Popovytsj, Jan Bakelants, Alessandro Vanotti, Pablo Lastras, Filippo Savini, Mathias Frank en Joan Horrach. Op de slotklim bestookten de negen elkaar met aanvallen terwijl José Rujano vanuit het peloton aanviel. Met nog 6,7 kilometer te gaan viel Alberto Contador aan. Michele Scarponi leek te kunnen volgen, maar stortte even later ineen. Contador achterhaalde Rujano en Bakelants, de laatst overgebleven koploper, en wist met anderhalve kilometer te gaan de Venezolaan uit zijn wiel te schudden. Terwijl Contador solo over de streep kwam en de roze trui mocht aantrekken, probeerden de andere favorieten hun tijdsverlies te beperken.