Serge de Patoul

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Serge de Patoul
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Serge de Patoul
Geboren Elsene, 6 september 1955
Kieskring Brussel-Hoofdstad
Regio Vlag België België
Vlag Franse Gemeenschap Franse Gemeenschap
Land Vlag van België België
Functie Politicus
Lector
Partij FDF / DéFI
Website
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Onderwijs

Serge de Patoul (Elsene, 6 september 1955) is een voormalig Belgisch politicus voor DéFI.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Serge de Patoul werd beroepshalve lector aan de UCL.

Hij begon zijn politieke loopbaan in 1976 toen hij voor het toenmalige FDF gemeenteraadslid van Sint-Pieters-Woluwe werd, wat hij bleef tot in 2018. Van 2001 tot 2018 was hij schepen van de gemeente. Nadat zijn ambt van gemeenteraadslid was afgelopen, was de Patoul van 2018 tot 2022 OCMW-raadslid van Sint-Pieters-Woluwe.

Van 1989 tot 2019 maakte de Patoul deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Hij was er van 1993 tot 1995 en van 2003 tot 2004 FDF-fractievoorzitter, van 1996 tot 1999 ondervoorzitter, van 2004 tot 2009 secretaris, van 1995 tot 1999 voorzitter van de commissie Onderwijs en van 2004 tot 2009 voorzitter van de commissie Sociale Zaken. Van 1995 tot 2000 was hij eveneens secretaris-generaal van het FDF, de voorloper van DéFI. Bij de verkiezingen van 2019 was hij geen kandidaat meer.

Zijn zoon Jonathan de Patoul trad in zijn politieke voetsporen en werd in 2019 verkozen tot lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

Beschuldigingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag[bewerken | brontekst bewerken]

In maart 2022 kwam Serge de Patoul in opspraak nadat de RTBF aan het licht had gebracht dat twee UCL-studentes in oktober 2014 bij de universiteit klacht hadden ingediend tegen hem vanwege ongepaste aanrakingen en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De universiteit zou de studentes hebben aangeraden om klacht in te dienen bij het gerecht, maar het dossier leidde volgens de betrokkenen niet tot gerechtelijke vervolging. De Patoul werd wel gehoord door de UCL en zou in dat gesprek de feiten hebben bekend, waarna hij wegens ernstig wangedrag aan de deur werd gezet als lector aan de universiteit. Ook deden geruchten de ronde dat de Patoul gelijkaardig gedrag zou hebben vertoond tegenover partijmedewerkers van DéFI. Na de onthullingen besloot DéFI om de Patoul te horen over de zaken waarvan hij werd beschuldigd.[1] Tijdens het gesprek met voorzitter François De Smet en secretaris-generaal Alexandra Dupire ontkende de Patoul de seksuele aanrakingen, maar erkende hij wel dat de klachten tot zijn ontslag aan de universiteit hadden geleid. De partij merkte op dat alle betrokkenen in de zaak door de gerechtelijke politie waren gehoord, maar dat het parket er geen gevolg aan gegeven had en dat de onthullingen door de RTBF niet tot bijkomende klachten had geleid, ook niet binnen de partij of het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Niettemin legde de Patoul onmiddellijk al zijn functies binnen DéFI neer, evenals zijn mandaat als OCMW-raadslid in Sint-Pieters-Woluwe.[2]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]