Maria Lambertine Coclers

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zelfportret, Rijksprentenkabinet, Amsterdam

Maria Lambertina of Marie-Lambertine Coclers (Luik, 1761 - aldaar (?), tussen 1815-1820) was een pastelschilder en etser.[1][2]

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Zij leerde het vak van haar vader Jean-Baptiste Coclers, die echter tijdens haar jeugd al overleed, en van haar oudere broer Jean-Baptiste-Bernard Coclers. Zij stamde uit een familie van schilders en portrettisten in het Prinsbisdom Luik: haar vader, haar grootvader, een oom en haar broer waren ook kunstenaars. Circa 1800 verbleef ze met haar broer in Amsterdam, ter gelegenheid van een restauratiewerk.[3] In Amsterdam nam ze de stijl van Adriaen van Ostade over. In het Rijksmuseum (Rijksprentenkabinet) is een zelfportret van haar bewaard.[4] In totaal zijn ongeveer twintig pastels en etsen van haar hand beschreven.[5][6] Ook bezit het Rijksmuseum van haar een portretprent gemaakt door haar broer.[7] Zij maakte vooral portretkoppen en genrevoorstellingen met personen.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]